Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
NL
7.5
Eventuele storingen en oplossingen
ALARMENLIJST STORINGEN/DEFECTEN
Weergave op het
Type storing of defect
display
luchtdrukschakelaar
Lage waterdruk installatie
(< 0,8 bar)
Hoge druk water installatie
(> 5,8 bar)
Storing toevoersensor
verwarmingsketel
Er wordt geen vlam
waargenomen
De veiligheidsthermostaat
en/of de drukschakelaar
van de sifon wordt
ingeschakeld
Defect van het circuit dat
de vlam waarneemt
Er circuleert geen water in
het primaire circuit
Defect sensor boiler/
Storing losgekoppelde
modulator
Inschakeling
rookgassensor
Defect rookgassensor
Oorzaak
Foutieve bekabeling op
luchtdrukschakelaar
Storing
Slangen van de luchtdrukschakelaar
losgekoppeld of gebroken
Luchtleiding geblokkeerd
Rookgasleiding geblokkeerd
De druk van de installatie is
lager dan 0,8 bar (78 kPa) en de
verwarmingsketel is stopgezet
De druk van de installatie is
hoger dan 5,8 bar (568 kPa) en de
verwarmingsketel is stopgezet
De toevoersensor is geopend of
kortgesloten
De vlam wordt niet waargenomen
aan het einde van een
ontstekingssequentie
De verwarmingsketel wordt
stopgezet voor de ingreep van de
veiligheidsthermostaat of voor de
ingreep van de drukschakelaar van
de sifon. De pomp van de installatie
blijft gedurende een minuut in
werking
Er wordt een niet reëel vlamsignaal
waargenomen, doorgaans voor de
eerste ontsteking
Defecte onderdelen
De beperkte watercirculatie in het
primaire circuit wordt bepaald door
de ∆T tussen de toevoersensor (SM)
en de terugkeersensor (SR) en kan
zowel plaatsvinden bij het opstarten
als tijdens de werking
De sensor die aangesloten is op
de klemmen AUX is geopend of
antivries
kortgesloten
De gasklep is elektrisch
losgekoppeld
De rookgassensor (SF) heeft
een buitensporige temperatuur
waargenomen
De rookgassensor (SF) is geopend of
kortgesloten
Oplossing
- Controleer of de bekabeling en de slangetjes van de
luchtdrukschakelaar correct aangebracht zijn
- Controleer of de luchtleiding vrij is
- Controleer of de rookgasleiding vrij is
- Vul de installatie bij tot de drukwaarde 0,8 - 5,8 bar (80
- 568 kPa) bedraagt
- Als deze storing zich herhaalt, dient u te controleren of
de installatie hermetisch gesloten is
- Tap de installatie af tot de drukwaarde 0,8 - 5,8 bar (80
- 568 kPa) bedraagt
- Controleer de druktransductor
- Controleer de sensor en de aansluitingen
- Controleer de sensor die de vlam waarneemt en de
aansluitingen
- Controleer de elektronische kaart
- Controleer of de gastoevoerdruk correct is
- Controleer of de installatie te weinig water bevat
- Controleer de primaire circulatiepomp
- Controleer of de condenswaterafvoer geblokkeerd is
- Controleer de elektrische bekabeling en de aansluiting
van de drukschakelaarleidingen van de sifon
- Nadat het defect hersteld is, druk op de toets (reset)
om de verwarmingsketel opnieuw op te starten
- Controleer de meetelektrode en de aansluitingen
- Controleer de elektronische kaart
- Controleer de druk van de installatie en of de
installatie te weinig water bevat
- Controleer de primaire circulatiepomp
- Controleer de toevoersensor (SM) en de
terugvoersensor (SR)
- Controleer de instelling van de parameter PAR 02
- Controleer de sensor en de aansluitingen
- Controleer de elektrische aansluiting van de gasklep
- Controleer of het rookgaskanaal, het
schoorsteenkanaal en de haard niet geblokkeerd zijn
- Nadat het defect hersteld is, druk op de toets (reset)
om de verwarmingsketel opnieuw op te starten
- Controleer de sensor en de aansluitingen
49
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
