NL
6.5
Configuratie bijkomende sensor
Hier wordt de procedure beschreven om de sensor van de boiler
(SBL) of de bijkomende sensor (bv. de toevoersensor van de
installatie, SMI) te configureren.
– druk tegelijkertijd op de toetsen
parametermenu verschijnt
– druk tegelijkertijd een tweede keer op de toetsen
2s) totdat op het display de aanduiding "--" verschijnt
– om toegang te krijgen tot de parameters OEM, druk de
volgende toetsencombinatie in:
– druk op de toetsen
L
en
M
52"
– druk op de toetsen
Z
en
N
"OEM 52" te wijzigen en de waarde ervan in te stellen op "5"
– om het menu te verlaten en terug te keren naar het
startscherm, druk op een van de functietoetsen, uitgezonderd
RESET, of wacht ongeveer 60 seconden zonder een toets in
te drukken.
49 50
58
1
CN4
4
5
CN5
N
6
F1
7
CN6
F2
CN12
10
Type
N°
Beschrijving
1 = Ingangssensor sanitair
Toewijzing
OEM
52
AUX-sensor
6.6
Defect/storingsmelding
In geval van een defect/storing tijdens de werking verschijnt de
aanduiding "ALL" op het display, het nummer van het alarm en
de balk (4) kleuren rood.
Voorbeeld: "ALL 02" (Storing lage druk installatie: lager dan 0,8 bar).
Voordat u het defect herstelt:
– onderbreek
de
stroomvoorziening
hoofdschakelaar van de installatie op "OFF" (uitgeschakeld) in te stellen
OFF
– sluit bij wijze van voorzorgsmaatregel de afsluitkraan van de
brandstof.
L
en
M
(~ 2s) totdat op het
L
en
M
L M Z N Z
en selecteer de parameter "OEM
om de instelling van de parameter
1
2
CR
3
4
5
6
7
8
SBL/SA
9
10
Afb. 31
Bereik
Standaard
0 = Niet gebruikt
water
2 = Sensor boiler
2
3 = Sensor antivries
4 = Term. boiler
5 = Toevoersensor
installatie
vanhet
toestel
door
Afb. 32
Herstel het defect en stel de ketel opnieuw in werking.
NOTA:
Wanneer op het display, samen met "ALL ..." het
alarmnummer ook het symbool
u het defect heeft hersteld, gedurende ongeveer 3 seconden op
de toets
Y
te drukken om het apparaat opnieuw in werking
te stellen.
(~
6.7
Codes storingen / defecten
Type
N°
Beschrijving
ALL
01
Storing luchtdrukschakelaar
ALL
02
Lage waterdruk installatie
ALL
03
Hoge waterdruk installatie
ALL
05
Storing toevoersensor verwarmingsketel
ALL
06
Er wordt geen vlam waargenomen
De veiligheidsthermostaat en/of de drukschakelaar
ALL
07
van de sifon wordt ingeschakeld
ALL
08
Defect van het circuit dat de vlam waarneemt
ALL
09
Er circuleert geen water in het primaire circuit
ALL
10
Defect sensor boiler/antivries
ALL
11
Storing losgekoppelde modulator
ALL
13
Inschakeling rookgassensor
ALL
14
Defect rookgassensor
ALL
15
Storing van de ventilator
Temperatuur toevoersensor verwarmingsketel
ALL
18
hoger dan 117°C
ALL
19
Defect externe sensor (knipperend)
ALL
20
Inschakeling veiligheidsthermostaat zone mix 1
ALL
21
Defect toevoersensor klep zone mix 1
ALL
22
Inschakeling veiligheidsthermostaat zone mix 2
ALL
23
Defect toevoersensor klep zone mix 2
ALL
24
Storing toevoersensor zonne-installatie S1
ALL
25
Storing sensor zonnewisselaar (boiler) S2
ALL
26
Storing toevoersensor 2e zonne-installatie S3
Storing cohesie toepassing zonne-installatie –
ALL
27
hydraulische configuratie
ALL
29
Storing aantal aangesloten expansiekaarten
ALL
30
Storing terugkeersensor
ALL
31
Storing toevoersensor cascade (SMC)
ALL
32
Configuratiestoring installatie drie zones
ALL
35
Communicatiestoring tussen kaart RS485
Storing aantal verwarmingsketels verbonden in
ALL
36
cascade
Handmatige ontgrendeling meer dan 6
ALL
45
opeenvolgende keren uitgevoerd in een uur
ALL
70
Algemene storing stopzetting cascade
de
Algemene storing van één verwarmingsketel van de
ALL
71
cascade
ALL
72
Storing toevoersensor (SMC) losgekoppeld
ALL
80
Storing hardware circuit bediening gasklep
ALL
89
Storing hardware circuit bediening gasklep
ALL
98
Het max. aantal softwarefouten is bereikt
ALL
99
Algemene fout software kaart
h
verschijnt, dient u, nadat
41