1
De APRS
biedt de mogelijkheid een bericht te zenden of
®
2
ontvangen onafhankelijk van de positie-gegevens. U kunt een
bericht sturen naar een bepaalde zender of u stuurt een bulletin
3
naar alle zenders in uw groep. Als u een bericht naar een
bepaalde zender stuurt, wordt het bericht tot 5 maal uitgezonden,
4
totdat er een ontvangst-bevestiging is verkregen.
5
De berichten die u zendt kunnen uit maximaal 45 alfanumerieke
tekens bestaan. In het berichtengeheugen kunt u in totaal 16
6
ontvangen of uit te zenden berichten bewaren.
7
BEDIENINGSROUTESCHEMA
8
Het volgende routeschema toont u de bedieningsstappen voor
9
het zenden van een APRS bericht.
10
q Druk op [TNC] om de TNC in te schakelen.
11
• De aanduiding "
12
w Roep menu-nummer 1–4–1 op om band A of B in te
13
stellen als de data-band {blz. 55}.
14
e Kies op de data-band dezelfde frequentie als de andere
15
zenders in uw groep.
16
• U kunt ook afstemmen op de frequentie van een
geschikte digipeater {blz. 72}.
17
18
19
20
21
N-76
APRS
" verschijnt.
BERICHT
®
r Roep menu-nummer 2–1 op om uw oproepnaam te
programmeren (max. 9 tekens) {blz. 66}.
U bent nu voor klaar voor ontvangst van APRS berichten van
andere zenders. Zie "ONTVANGST VAN EEN BERICHT"
{blz. 77}. Ga door naar stap t om zelf een bericht te zenden.
t Roep, indien nodig, menu-nummer 2–8 op om een
packet-pad te programmeren {blz. 72}.
y Voer een bericht (of bulletin) in, bestaande uit maximaal
45 alfanumerieke tekens {blz. 79}.
Na het uitvoeren van stap y zal de zendontvanger automatisch
het bericht (of bulletin) uitzenden. Als u een bericht (dus geen
bulletin) uitzendt, zult u gewoonlijk een ontvangst-bevestiging
krijgen; in dat geval verschijnt "ack" op het display.