PROGRAMMEREN VAN EEN OPROEPNAAM (CODENAAM)
Om APRS gegevens te kunnen zenden, dient u eerst uw
1
oproepnaam in te stellen. De oproepnaam kan uit maximaal 9
alfanumerieke tekens bestaan.
2
1 Druk op [MENU] om de menufunctie in te schakelen.
3
2 Druk op [2], [1] om "2–1 (MY CALL)" te kiezen.
4
• Het display voor het invoeren van tekens verschijnt; het eerste
vakje knippert. De oorspronkelijke instelling is "NOCALL".
5
6
7
8
9
3 Druk op [UP]/ [DWN] om een teken te kiezen.
10
• U kunt 0 t/m 9, A t/m Z en – invoeren.
11
4 Druk op [OK].
12
• De cursor verschuift naar het volgende vakje.
5 Herhaal stap 3 en 4 om in totaal 9 tekens in te voeren.
13
• Bij indrukken van [OK] na het kiezen van het 9de teken, is het
14
invoeren van de naam voltooid.
• Als u minder dan 9 tekens wilt invoeren, drukt u tweemaal op
15
[OK] nadat u het laatste teken gekozen heeft.
16
• Bij iedere druk op [ESC] gaat de cursor een plaats terug.
• Bij indrukken van [A/B] wordt het teken gewist op de plaats
17
van de cursor.
18
6 Druk op [MENU] om de menufunctie te verlaten.
19
20
21
N-66
ST STA CON
CON
96 96BCONDUP
9
7
5
In stap 3 kunnen ook de toetsen op het toetsenpaneel gebruikt
worden voor het invoeren van de alfanumerieke tekens. Bij
meerdere malen indrukken van bijvoorbeeld [TNC] wordt er
omgeschakeld tussen het invoeren van A, B, C en dan 2. Druk op
[ENT] om – in te voeren.
Opmerking: U kunt alleen APRS gegevens zenden wanneer u een
oproepnaam heeft geprogrammeerd.