PROGRAMMEREN VAN EEN PACKET-PAD
In een packet-pad wordt aangegeven hoe de APRS gegevens via
1
een of meerdere repeaters moeten worden doorgestuurd. Een
repeater die gebruikt wordt voor packet-communicatie, wordt
2
gewoonlijk een "digipeater" genoemd. Dit is een samentrekking
3
van de woorden "digital" en "repeater". Een digipeater staat
gewoonlijk opgesteld op een berg of een hoog gebouw. In
4
tegenstelling tot een spraak-repeater werkt een digipeater met
een simplexfrequentie. Wanneer een zendamateur besluit om
5
een digipeater te installeren, geeft hij (zij) aan of het een
6
"breedbereik" type of een "relayeer" type is. Over het algemeen
kan een breedbereik-type digipeater de packets over een veel
7
grotere afstand uitzenden dan een relayeer-type.
8
De APRS heeft meerdere methoden voor het programmeren van
een packet-pad. Een aantal van deze methoden staan
9
beschreven op de volgende bladzijde. U kunt een pad invoeren
dat uit maximaal 32 alfanumerieke tekens bestaat. De standaard
10
instelling voor het packet-pad is "RELAY,WIDE". Let erop dat u
11
tussen iedere twee parameters een komma moet plaatsen.
12
Opmerking: Deze zendontvanger kan niet als een digipeater
functioneren.
13
14
15
16
17
18
19
20
21
N-72
1 Druk op [MENU] om de menufunctie in te schakelen.
2 Druk op [2], [8] om "2–8 (PACKET PATH)" te kiezen.
• Het display voor het invoeren van tekens verschijnt; het eerste
3 Druk op [UP]/ [DWN] om een teken te kiezen.
• U kunt 0 t/m 9, A t/m Z, "," (komma) en – invoeren.
4 Druk op [OK].
• De cursor verschuift naar het volgende vakje.
5 Herhaal stap 3 en 4 om in totaal 32 tekens in te voeren.
• Bij indrukken van [OK] na het kiezen van het 32ste teken, is
• Als u minder dan 32 tekens wilt invoeren, drukt u tweemaal op
• Bij iedere druk op [ESC] gaat de cursor een plaats terug.
• Bij indrukken van [A/B] wordt het teken gewist op de plaats
6 Druk op [MENU] om de menufunctie te verlaten.
In stap 3 kunnen ook de toetsen op het toetsenpaneel gebruikt
worden voor het invoeren van de alfanumerieke tekens. Bij
meerdere malen indrukken van bijvoorbeeld [TNC] wordt er
omgeschakeld tussen het invoeren van A, B, C en dan 2. Druk op
[ENT] voor het omschakelen tussen , en –.
Breedbereik-type
Relayeer-type
vakje knippert.
het invoeren van het pad voltooid.
[OK] nadat u het laatste teken gekozen heeft.
van de cursor.
96BCON
BCONDUP
ST STA CON
CON
9
7
5