•
Voer vaker een bumptest uit als het toestel is blootgesteld aan fysieke schokken of hoge concen-
traties verontreinigende stoffen. Controleer de kalibratie ook vaker als de geteste atmosfeer de
volgende materialen bevat, die de gevoeligheid van de brandbaar gas sensor en/of VOC sensor
(PID) en de metingen ervan kunnen verminderen:
–
organische siliconen
–
silicaten
–
loodhoudende bestanddelen
–
blootstellingen aan zwavelverbindingen van meer dan 200 ppm of van meer dan 50 ppm
gedurende één minuut
–
hoge concentratie VOC gas kan de prestatie van de CO-sensor aantasten
•
De minimumconcentratie van een brandbaar gas in lucht, die kan ontbranden wordt aangeduid
als de Lower Explosive Limit (LEL) (laagste explosiegrens). Een meting van brandbaar gas van
XXX
geeft aan dat de atmosfeer hoger is dan 100 % LEL en dat er explosiegevaar bestaat. U dient
de gevaarlijke zone onmiddellijk te verlaten.
•
Gebruik de katalytische of elektrochemische sensoren niet om op brandbare of giftige gassen te
testen in de onderstaande atmosferen, omdat dit kan leiden tot onjuiste uitlezingen:
–
zuurstofarme of zuurstofrijke atmosferen
–
reducerende atmosferen
–
rookkanalen van ovens
–
inerte omgevingen
–
atmosferen met brandbare zwevende nevels/stoffen.
•
Gebruik de katalytische brandbaar gas sensor van de ALTAIR 5X PID multigasdetector niet om
brandbare gassen te testen in atmosferen die dampen van vloeistoffen met een hoog vlampunt
(boven 38 °C, 100 °F) bevatten, omdat dit tot onjuiste, te lage registraties kan leiden.
•
Geef het toestel voldoende tijd om een nauwkeurige uitlezing weer te geven. De responstijden
verschillen afhankelijk van het gebruikte sensortype ( hoofdstuk 6.2 "Prestatiespecificatie"). Het
duurt minimaal 3 seconde per meter monsternameleiding voordat het monster bij de sensor is
gearriveerd.
•
Monsternameleidingen met een binnendiameter van 1,57 mm brengen het monster snel naar het
toestel; zij mogen echter niet langer dan 15 m zijn.
•
Monstername van reactieve toxische gassen (CI
monsternameleiding voor reactieve gassen en de sondekits die worden vermeld in hoofdstuk 9
"Bestelinformatie".
•
Monsternameleidingen met een binnendiameter van 3 mm mogen niet langer zijn dan 30 meter.
•
Alle uitlezingen en informatie van het toestel moeten worden beoordeeld door iemand die is opge-
leid en gekwalificeerd in het interpreteren van uitlezingen op het toestel in relatie tot de specifieke
omgeving, de industriële praktijk en blootstellingslimieten.
Batterijen zorgvuldig onderhouden
Gebruik dit toestel enkel met batterijladers die worden geleverd door MSA. Andere laders kunnen het
batterijblok en het toestel beschadigen. Voer batterijen af in overeenstemming met de lokale gezond-
heids- en veiligheidsvoorschriften.
Op omgevingsfactoren letten
Een aantal omgevingsfactoren kunnen de metingen van de sensor beïnvloeden, waaronder wijzi-
gingen in druk, vochtigheid en temperatuur. Wijzigingen in druk en vochtigheid beïnvloeden ook de
hoeveelheid zuurstof die werkelijk in de atmosfeer aanwezig is.
, CIO
, NH
) mag alleen plaatsvinden met de
2
2
3
®
ALTAIR
5X PID
Veiligheidsvoorschriften
NL
8