Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratie - MSA ALTAIR 5X PID Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor ALTAIR 5X PID:
Inhoudsopgave

Advertenties

Bumptest uitvoeren
(1)
Controleer, terwijl het toestel aan staat in een omgeving met schone, frisse lucht, dat de
metingen aangeven dat er geen gas aanwezig is.
(2)
Druk in het normale meetscherm op de  knop om het scherm "BUMPTEST?" te openen.
(3)
Controleer of de weergegeven gasconcentraties passen bij de controlegascilinder voor kalibra-
ties. Indien dat niet het geval is, past u de waarden in het menu met de kalibratie-instellingen.
Afhankelijk van de geïnstalleerde sensoren, kunnen er één tot vijf aparte bumptesten
worden uitgevoerd, elk met een andere cilinder, reduceerventiel en slangen.
(4)
Bevestig de ademautomaat (meegeleverd in de kalibratieset) aan de cilinder voor de aange-
geven gassen.
(5)
Sluit de slang (meegeleverd bij kalibratieset) aan op het reduceerventiel.
(6)
Bevestig het andere eind van de slang op de pompinlaat van het toestel.
(7)
Druk op de q knop om de bumptest te starten:
de voortgangsbalk gaat naar voren
de sensoren reageren op het gas.
Het bericht BUMP TEST PASS toont dat de bumptest van de sensoren geslaagd is.
Als de bumptest voor een sensor mislukt:
verschijnt het bericht BUMPTEST MISLUKT
de sensor waarbij dit mislukt is, wordt aangeduid.
Als er meer sensoren getest moeten worden, verschijnt de volgende sensor in beeld en het proces
herhaalt zich vanaf stap 4.
Als alle sensoren getest zijn, kan de slang worden verwijderd van de pompinlaat.
Na de bumptest
Nadat alle sensoren met succes door de bumptest zijn gekomen, verschijnt het  op de meetpagina.
Dit  symbool verschijnt in het display in de bovenste functiebalk.
As een sensor geen bumptest heeft gehad of niet door de bumptest is gekomen, verschijnt het  niet
in het display.
Het kleurendisplay:
toont tijdelijk het  symbool bij elke gasmeting voor sensoren met een geslaagde bumptest
 symbool wordt dan vervangen door de actuele gasmeting.
Het  symbool wordt 24 uur getoond na de bumptest.
Als de bumptest van een sensor mislukt, kalibreert u het toestel zoals beschreven in hoofdstuk 4.10

"Kalibratie".

4.10
Kalibratie
De ALTAIR 5X PID kan handmatig worden gekalibreerd met behulp van deze procedure of automa-
tisch met behulp van de GALAXY GX2 testbank. Raadpleeg hoofdstuk 11.5 "Kalibratieopties".
Gebruik van ademautomaten vermeld in hoofdstuk 9 "Bestelinformatie" wordt aanbevolen. Als een
nieuwe sensor is geïnstalleerd, het batterijblok volledig ontladen is of een nieuw batterijblok is
geplaatst, moeten sensoren eerst 30 minuten stabiliseren voordat een kalibratie kan worden uitge-
voerd.
®
ALTAIR
5X PID
Werking
NL
44

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave