Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking; Omgevingsfactoren; Inschakelen En Frisse Lucht Instellen - MSA ALTAIR 5X PID Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor ALTAIR 5X PID:
Inhoudsopgave

Advertenties

4

Werking

Het toestel wordt bediend via schermdialogen met behulp van drie functieknoppen ( Fig. 2 "Afbeel-
ding van het toestel").
Zie voor meer informatie de stromingsdiagrammen in hoofdstuk 11 "Stroomdiagrammen".
4.1

Omgevingsfactoren

Een aantal omgevingsfactoren kunnen de uitlezingen van de zuurstofsensor beïnvloeden, waaronder
wijzigingen in druk, vochtigheid en temperatuur. Wijzigingen in druk en vochtigheid beïnvloeden de
hoeveelheid zuurstof die werkelijk in de atmosfeer aanwezig is.
Wijzigingen in druk
Indien de druk snel wijzigt (bijv. bij het lopen door een luchtsluis), kan de meting van de zuurstofsensor
tijdelijk veranderen waardoor de detector een alarm afgeeft. Hoewel het percentage zuurstof
20,8 vol % is of daar in de buurt blijft, kan de totale hoeveelheid zuurstof in de atmosfeer, beschikbaar
voor ademhaling, een gevaarlijk niveau bereiken als de algehele druk significant wordt verlaagd.
Wijzigingen in vochtigheid
Indien de vochtigheid significant wijzigt (bijv. door van een droge omgeving met airconditioning naar
vochtige buitenlucht), kunnen de zuurstofmetingen met een 0,5 % worden verlaagd vanwege de
waterdamp in de lucht die de zuurstof verdringt.
De zuurstofsensor heeft een speciaal filter om de invloeden van wijzigingen in vochtigheid op zuurstof-
metingen te reduceren. Dit effect zal niet onmiddellijk worden gemerkt, maar beïnvloedt langzaam de
zuurstofmetingen na verloop van een aantal uren.
Wijzigingen in temperatuur
De sensoren hebben een ingebouwde temperatuurcompensatie. Indien de temperatuur echter dras-
tisch verandert, kunnen de metingen van de zuurstofsensor ook veranderen.
Gecombineerde wijzigingen in vochtigheid en temperatuur
Wanneer het toestel wordt gekalibreerd in een droge omgeving met airconditioning en dan naar een
buitenomgeving wordt gebracht met hogere temperatuur en hogere luchtvochtigheid, kan een
VOC Low of High alarm afgaan door een dergelijke verandering. Aanbevolen wordt de PID sensoren
te reinigen voorafgaand aan deze overgang om een dergelijke situatie te vermijden of om de sensor
te acclimatiseren aan de omstandigheden buiten op een plek waarvan bekend is dat die veilig is.
4.2

Inschakelen en frisse lucht instellen

Het toestel wordt bediend via schermdialogen met behulp van drie functieknoppen ( Fig. 2 "Afbeel-
ding van het toestel").
Zie voor meer informatie de stromingsdiagrammen in hoofdstuk 11 "Stroomdiagrammen".
Zet het instrument aan met de q knop.
Het toestel voert een zelftest uit:
Tijdens de zelftest controleert het toestel alarm LEDs, akoestisch alarm, trilalarm en geïnstalleerde
sensoren.
Het toestel geef het volgende weer:
Opstartlogo
Softwareversie, serienummer toestel, bedrijfsnaam, afdeling en gebruikersnamen
IC / FCC ID identifier
Veiligheidstest monsternamesysteem
Tijdens de inschakelprocedure wordt, als een sensor is vervangen sinds het vorige gebruik, de huidige
lijst van geïnstalleerde sensoren weergegeven en wordt een handeling van de gebruiker verwacht.
De gebruiker moet de nieuwe configuratie accepteren door op de
®
ALTAIR
5X PID
knop te drukken.
Werking
NL
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave