2. Papierspecificaties en papier bijvullen
2.
Klik op het tabblad [Papier].
3.
Selecteer het papier dat u wilt gebruiken voor het afdrukken in de lijst [Invoerlade:].
4.
Selecteer het papiertype dat zich in de papierlade bevindt in de lijst [Papiertype:].
5.
Vink het selectievakje [Afdrukken op] aan en selecteer het papierformaat dat in de
papierlade is geplaatst.
Vink indien nodig het vakje [Aanpassen aan formaat] uit.
6.
Klik op [OK].
Wanneer u macOS gebruikt
De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op macOS 11.2.3. De werkelijke
procedure kan anders zijn afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt.
1.
Open het af te drukken document.
2.
Selecteer [Print...] in het menu [File].
3.
Selecteer in de lijst [Printer] de printer die u gebruikt.
4.
In de lijst [Papierformaat] selecteert u het formaat van het af te drukken document.
60
ECC251