Als [Gedetail. setup] is geselecteerd in de initiële instellingen, selecteer dan [Draadloos (Wi-Fi)] en
ga verder naar stap 12.
3.
Druk op de toets [Home].
4.
Druk op het pictogram [Instel.] op het [Home]-scherm.
5.
Druk op [Netwerkinstellingen].
6.
Voer het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK].
U kunt het toetsenbord van de software openen door dubbel te klikken op het invoerveld op het
scherm.
U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Netwerkinstellingen] opgeven in [Vergr.
beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.].
7.
Druk op [Wi-Fi inschakelen].
8.
Druk op [Inschakelen].
9.
Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.
10.
Druk op het pictogram draadloos LAN.
11.
Voer het wachtwoord in met de cijfertoetsen en druk op [OK].
U kunt het toetsenbord van de software openen door dubbel te klikken op het invoerveld op het
scherm.
U kunt een wachtwoord voor toegang tot het menu [Wi-Fi-configuratie] instellen in [Vergr.
beh.toepass.] onder het menu [Beheerderstoepass.].
12.
Druk op [WPS].
13.
Druk op [PIN].
14.
Controleer de PIN-code.
Schrijf de PIN-code op voor het geval dat u deze vergeet.
15.
Vul de PIN-code van het apparaat (8 cijfers) in op de internetpagina van de router
(access point). Dit is de internetpagina die u heeft geopend in stap 2.
16.
Voer WPS (PIN-systeem) uit vanaf de internetpagina van de router (access point).
Het apparaat aansluiten op een draadloos netwerk
ECC202
421