Annuleren tijdens het versturen van een fax
Annuleer de fax via het bedieningspaneel.
1.
Druk op de toets [Home].
2.
Druk op het pictogram [Fax] op het [Home]-scherm.
3.
Druk op de toets [Wis/Stop].
Verzendinstellingen configureren
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u de verzendinstellingen kunt configureren in de eigenschappen
van het LAN-faxstuurprogramma.
Eigenschappen moeten voor elke toepassing apart worden ingesteld.
1.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...].
2.
Selecteer het LAN-faxstuurprogramma als de printer en klik op een knop als
[Voorkeuren].
Het dialoogvenster met eigenschappen van het LAN-faxstuurprogramma wordt weergegeven.
3.
Klik op het tabblad [Installatie].
4.
Configureer de instellingen indien nodig en klik op [OK].
Voor meer informatie over de instellingen, zie de Help-functie van het LAN-faxstuurprogramma.
Het LAN-faxadresboek configureren
In dit onderdeel wordt het LAN-faxadresboek beschreven. Configureer het LAN-faxadresboek op de
computer. In het LAN-faxadresboek kunt u LAN-faxbestemmingen snel en eenvoudig opgeven.
Het LAN-faxadresboek kan maximaal 1000 registraties bevatten, waaronder individuele bestemmingen
en groepsbestemmingen.
De faxfunctie gebruiken vanaf een computer (LAN-fax)
ECC202
201