8. Het apparaat configureren met hulpprogramma's
Als apparaatfuncties zijn beperkt
Bepaalde functies kunnen alleen door bevoegde gebruikers gebruikt worden.
Afhankelijk van welke gebruikersfuncties beperkt zijn, zullen gebruikers worden geverifieerd via het
bedieningspaneel van het apparaat of in het stuurprogramma van de printer/LAN-fax.
• Om de taken die geverifieerd moet worden af te drukken, kunt u alleen het Windows PCL-
printerstuurprogramma gebruiken. Het afdrukken van dergelijke taken vanuit het PostScript 3-
stuurprogramma is niet mogelijk.
• De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op Windows 10.
De tabel hieronder laat de functies zien die beperkt kunnen worden en hoe gebruikers geverifieerd
kunnen worden om die functies te gebruiken.
Functie
• Kopiëren (zowel kleur als
zwart-wit)
• In kleur kopiëren
• Faxen versturen
• Scannen naar e-
mail/FTP/map
• Scannen naar USB
• Afdrukken (zowel kleur als
zwart-wit)
• Kleurenafdrukken
• Faxen versturen via LAN-fax
Verificatie via het bedieningspaneel
1.
Als het apparaat om een gebruikerscode vraagt, drukt u op het vak, voert u een
gebruikerscode in en drukt u vervolgens op [OK].
Als u drie keer een verkeerde gebruikerscode invoert, zal het apparaat piepen en kunt u het niet
meer opnieuw proberen.
2.
Wanneer de printer om een gebruikerscode vraagt, voert u een gebruikerscode in.
Als u een verkeerde gebruikerscode invoert, kunt u het niet meer opnieuw proberen.
3.
Druk op [OK].
300
Verificatiemethode
Het apparaat vraagt om een gebruikerscode als een gebruiker
op de toets [Zwart-wit starten] of [Kleur starten] drukt.
De gebruiker moet een geldige gebruikerscode invoeren op het
bedieningspaneel.
De gebruiker moet een geldige gebruikerscode invoeren in het
stuurprogramma van de printer of LAN-fax voordat hij/zij een
afdrukopdracht kan uitvoeren.