De naam van de gebruiker en de computer controleren
De gebruikersnaam en computernaam controleren als Microsoft Windows wordt
gebruikt
Controleer de naam van de gebruiker en de naam van de computer waar u gescande documenten
naar toe wilt sturen.
1.
In het [Start]-menu klikt u op [Windows-systeem] en vervolgens op [Opdrachtprompt].
2.
Voer de opdracht "ipconfig /all" in en druk vervolgens op [Enter].
3.
Controleer de naam van de computer, de actieve instellingen van de DHCP-server en het
IPv4-adres en noteer ze in [1] op het controlevel.
De naam van de computer wordt weergegeven onder [Hostnaam].
Het adres weergegeven onder [IPv4-adres] is het IPv4-adres van de computer.
De actieve instellingen van de DHCP-server worden weergegeven bij [DHCP Enabled].
4.
Voer daarna de opdracht "set user" (gebruiker instellen) en druk dan op [Enter].
Let erop dat u spaties zet tussen "stel", "gebruiker" en "in".
5.
Controleer de domeinnaam/de naam van de werkgroep en de gebruikersnaam en
noteer die in [2] op het controlevel.
De gebruikersnaam wordt weergegeven onder [GEBRUIKERSNAAM].
Controleer het log-in wachtwoord van de computer en noteer het in [3] op het controlevel.
Maak nu een gedeelde map op een computer aan.
Pag. 130 " Een gedeelde map aanmaken op een computer"
• Het is misschien mogelijk, afhankelijk van het besturingssysteem of beveiligingsinstellingen, om een
gebruikersnaam op te geven waar geen wachtwoord aan toegewezen is. Wij raden u echter aan
om een gebruikersnaam met wachtwoord te selecteren; dit verhoogt de beveiliging.
De gebruikersnaam en computernaam controleren wanneer macOS wordt gebruikt
Controleer de naam van de gebruiker en de naam van de computer waar u gescande documenten
naar toe wilt sturen. Controleer de waarden en noteer ze op het controlevel.
1.
Klik in het Apple-menu op [Over deze Mac].
Het informatiescherm van de computer wordt weergegeven.
2.
Klik op [Systeemrapport...].
Voorbereiding voor het registreren van scanbestemmingen (Scannen naar map)
129