Multiselectieknop (v/V/b/B)
Modusknop
Opdrachtknop
WB
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M, SCN of
.
b Druk op WB en houd deze
ingedrukt en selecteer de
gewenste instelling met de
opdrachtknop.
80
FINE
min
101
8M
98
P
MAF
250 F2.0
Terugkeren naar de
automatische instellingen
Kies [Auto] in Stap 2.
• Onder flikkerende tl-verlichting is het moeilijk
om de witbalans correct in te stellen, zelfs als u
hebt gekozen.
• Als de flitser knippert, wordt de handmatige
instelling geannuleerd en wordt het beeld
opgenomen in de modus [Auto] (behalve in de
WB
modus
(Flitser) of
(Directe
witbalansinstelling)).
De basiswitinstelling vastleggen
in de modus
(Directe
witbalansinstelling SET)
Bij deze modus wordt de basiswitinstelling
van de opname-instelling onthouden voor
de modus
(Directe
witbalansinstelling). Gebruik deze modus
als u de kleuren niet correct kunt instellen
met de andere modi.
1 Kies [
] (Directe witbalansinstelling
SET) in Stap 2.
De
-indicator wordt weergegeven.
2 Richt de camera op een wit voorwerp,
zoals een stuk papier, onder dezelfde
lichtomstandigheden als bij het
fotograferen van het onderwerp.
3 Druk op het midden van de
multiselectieknop.
Het scherm wordt kort zwart en de
-indicator knippert snel. Zodra de
witbalans is aangepast en in het
geheugen is opgeslagen, gaat de
indicator branden.
• Als de
-indicator langzaam knippert, is de
witbalans niet ingesteld of kon deze niet
worden ingesteld. Maak een opname met
automatische witbalansinstelling.
• Zorg ervoor dat de camera niet trilt terwijl de
-indicator brandt.
• Als de flitsermodus is ingesteld op
(Geforceerde flits) of
synchronisatie), wordt de witbalans ingesteld
op de lichtomstandigheden op het moment dat
de flitser afgaat.
-
(Langzame
NL
75