Drie opnamen maken
met verschoven
belichtingswaarden
– Belichtingsvariatie
Modusknop: P/S/A/M/SCN
Naast een beeld met een belichting die
automatisch door de camera is ingesteld,
worden nog twee beelden opgenomen met
belichtingswaarden die in de richting van de
+ en de – zijn bijgesteld.
Als u geen opname kunt maken met de
juiste belichting vanwege de helderheid van
het onderwerp, gebruikt u de modus
Belichtingsvariatie.
U kunt hierbij na de opname het beeld met
de juiste belichting kiezen.
NL
64
Eerste opname
(Bijgesteld in de richting van de +)
Tweede opname
(Juiste belichting ingesteld door de
camera)
Derde opname
(Bijgesteld in de richting van de –)
Opdrachtknop
Modusknop
Sluiterknop
/BRK
MENU
a Stel de modusknop in op P, S,
A, M of SCN.
b Druk op
/BRK (bracket),
houd deze ingedrukt en
selecteer [BRK] met de
opdrachtknop.
80
FINE
min
101
8M
98
P
BRK
MAF
250 F2.0
c Druk op MENU.
Het menu wordt weergegeven.