Indicatoren op scherm tijdens opnemen
Telkens als u op
(Schermstatus) drukt,
verandert het display in deze volgorde.
• De status van het scherm verandert van
"indicatoren aan" naar "indicatoren uit" tijdens
het afspelen of opnemen van films.
• Zie pagina 154 voor een uitgebreide
beschrijving van de indicatoren.
• Zie pagina 61 voor een uitgebreide beschrijving
van het histogram.
• Deze instelling wordt ook bewaard wanneer het
toestel wordt uitgeschakeld.
Indicatoren aan
80
min
101
8M
98
MAF
r
Histogram aan
(Beeldinformatie wordt
weergegeven tijdens afspelen)
80
min
101
8M
98
MAF
r
Indicatoren uit
MAF
De zoomfunctie gebruiken
T (teleopname)
W (groothoek)
80
80
min
101
min
101
8M
8M
98
98
x5.0
x1.1
Zoomring
, Draai aan de zoomring om het
gewenste beeldformaat te
kiezen voor de opname.
U kunt tot maximaal 7,1× inzoomen via de
optische zoom.
De minimaal benodigde afstand om
scherp te stellen op een onderwerp
Als de zoom op het einde van de
W-zijde is ingesteld:
ongeveer 50 cm vanaf het einde van de lens.
Als de zoom op het einde van de
T-zijde is ingesteld:
ongeveer 60 cm vanaf het einde van de lens.
• Wanneer u de camera niet gebruikt, schuift u de
lens in tot de W-eindpositie om hem te
beschermen.
NL
29