Handmatige functies
voor maken van foto's
Nadat u zich vertrouwd hebt gemaakt met
uw camera, gaan we foto's maken in
verschillende situaties waarin bepaalde
instellingen moeten worden gewijzigd. In
dit gedeelte komt een aantal veelgebruikte
voorbeelden van het maken van opnamen
met handmatige instellingen aan bod.
V: Een portret fotograferen met
een wazige achtergrond?
, Opnemen in voorkeursmodus
diafragma (pagina 56)
Als u de persoon wilt benadrukken en de
achtergrond wazig wilt maken, past u de
diafragmawaarde met de hand aan. Hoe
groter de lensopening (de diafragmawaarde
wordt lager), des te smaller is het
scherpstelpunt. De achtergrond wordt
vanzelf waziger.
NL
52
V: Een portret fotograferen met
tegenlicht?
, Een flitserstand kiezen
(pagina 69)
Wanneer u iemand op een lichte plek
fotografeert, kan het gezicht schaduwen
vertonen. Dit gebeurt als de achtergrond
lichter is dan de persoon. In dergelijke
gevallen stelt u de flitser in op
(Geforceerde flits). Hiermee kunt u zowel
de persoon als de achtergrond duidelijk
fotograferen.
• U kunt de flitser binnen het bereik van het
flitslicht gebruiken.
Geavanceerd opnemen van stilstaande beelden
V: Een nachtopname maken?
, Opnemen in voorkeursmodus
sluitertijd (pagina 55)
Als u de automatische flitser gebruikt, is de
sluitertijd beperkt en bereikt het flitserlicht
een onderwerp op grote afstand niet.
Hierdoor kan er geen duidelijke opname
van het beeld worden gemaakt. In
dergelijke gevallen kiest u met de hand een
kortere sluitertijd, stelt u de flitser in op
(Geen flits) en beperkt u de hoeveelheid
licht met de EV-regeling. Vervolgens kunt
u een duidelijke nachtopname maken.