Continue AF (
)
C AF
De camera past de scherpstelling aan
voordat u de sluiterknop halverwege
ingedrukt houdt en gaat vervolgens, ook
nadat de AF-vergrendeling is ingeschakeld,
door met het aanpassen van de
scherpstelling. Hierdoor wordt het maken
van opnamen van bewegende onderwerpen
met continue scherpstelling mogelijk. De
continue scherpstelling zal echter mogelijk
niet in staat zijn snelbewegende doelen te
volgen tijdens het maken van opnamen. De
AF-bereikzoeker is Midden AF.
• De scherpstelling wordt in de volgende
gevallen niet aangepast nadat de vergrendeling
is voltooid en de indicator "C AF" knippert. De
camera is ingesteld op de modus AF
controleren.
– Bij het maken van opnamen op een donkere
plek
– Bij het maken van opnamen met een lange
sluitertijd
– Bij gebruik van de functies Nachtopname/
Nachtinstelling
• Er klinkt geen vergrendelingsgeluid als de
camera wordt scherpgesteld.
• Als u de sluiterknop helemaal indrukt met
behulp van de zelfontspanner, wordt de
scherpstelling vergrendeld.
• Het stroomverbruik van de accu kan hoger zijn
dan in een andere AF-modus.
NL
68
a Stel de modusknop in op SET
UP.
b Kies
(Camera 1) met v en
1
kies vervolgens [AF Mode] met
B/v.
c Kies de gewenste map met B/
v/V en druk vervolgens op het
midden van de multiselectie-
knop.
Met de hand
scherpstellen
Modusknop: P/S/A/M/SCN/
Het scherpstellen verloopt normaal automa-
tisch. Soms, zoals in de volgende gevallen,
kan het voorkomen dat de automatisch
scherpstelling niet goed werkt. In dergelijke
gevallen stelt u met de hand scherp.
Onderwerpen waarop moeilijk kan
worden scherpgesteld
• Onderwerpen met weinig contrast en
achtergronden als een muur of de lucht
• Onderwerpen op zeer donkere plekken
• Sterk reflecterende metalen voorwerpen
of onderwerpen waarachter zich een
lichtbron bevindt en die sterk reflecteren
• Onderwerpen die worden bekeken door
ramen of brillenglazen
Modusknop
Scherpstelring
Dichtbij
Veraf
FOCUS