Inhoudsopgave
Advertenties
Het display toont nu weer het overzichtsscherm. Na het indrukken van * verschijnt weer "Toets
Zone Nr." Voor het programmeren van de volgende zone. Als alle zones geprogrammeerd zijn,
druk dan 0 0 0 en * om terug te keren naar de normale programmeerstand.
Wanneer draadloze 5800EU-modules of Polling Loopmodules met serienummer dienen te
worden geprogrammeerd, vervolg dan met de volgende stap.
001 CONS ECP ADR
(01-31)
001 ACS ZONE NR.
(00-31)
001SMART CONTACT
1=JA 0=NEE
001 LUSNUMMER
001Leer serienr?
1=JA 0=NEE
001Ingang S/N:L
- 80 -
01
01
0
Axxx-xxxx:L
Als ingangstype 09 is geselecteerd, wordt dit scherm
getoond. Voer het ECP-adres in van het bedienpaneel dat
werd gebruikt voor dit toegangspunt (01-31).
Als ingangstype 10 is geselecteerd, wordt dit scherm
getoond. Voer het PassPoint ACS zone-identificatienummer
in, waar deze Vista-zone naar verwijst (01-31).
Als het geselecteerde ingangstype een serienummertype is,
verschijnt dit scherm. Voer een 1 in voor modules die
onderhoudssignalen controleren (bijv. 5192SD, 5192SDT,
5808EU). Toets anders [0].
De cursor moet nu op het lusnummer staan. Standaard
wordt "1" aangegeven. Toets [*] om dit nummer te
bevestigen. Als een ander lusnummer wordt gebruikt, voer
dit dan in (1-4) en toets [*] om te vervolgen. Het lusnummer
móet hier ingevoerd worden, ongeacht gebruikmaking
van Zoneprogrammering of Sequentiële modus om
serienummers in te voeren. Als u het serienummer wilt
verwijderen, toets dan [0] en [*]. Op het display verschijnt
dan "VERWIJDER S/N ?". Toets [1] (JA) om de verwijdering
te bevestigen. Deze procedure verwijdert alleen het
serienummer, niet het lusnummer. Er wordt verondersteld
dat het correcte lusnummer is ingevoerd, maar dat het
verkeerde serienummer is ingeleerd.
Als het serienummer van de module nog niet is ingeleerd,
dan kunt u nu de inleerstand ingaan door [1] te toetsen, of
door het intoetsen van toets linksboven op de program tool.
Als u een program tool gebruikt gaat u dan naar de
werkelijke locatie van de module die ingeleerd moet
worden alvorens de toets in te drukken. Een korte piep
bevestigt dat de toets is ingedrukt. Het systeem reageert op
het eerst gezonden serienummer nadat toets [1] op het
bedienpaneel is ingedrukt, of de toets op de program tool.
Toets [0] als u later nummers wilt inleren. (Als [0] wordt
ingetoetst, springt het systeem naar het overzichtsscherm.)
Als dit scherm niet verschijnt, terwijl voor het
ingangstype wel 3, 4 of 5 is ingevoerd, controleer dan of
veld 1*32 (type draadloze ontvanger) wel is ingevuld.
Dit scherm wordt getoond als [1] (JA) is ingetoetst bij het
scherm "Leer serienr?". Het serienummer kan op één van de
volgende twee manieren ingeleerd worden:
a) Voer het 7-cijferige serienummer op de module (en het
lusnummer als dit niet al gedaan is bij het scherm
"LUSNUMMER") in met het codebedienpaneel.
b) Activeer de module die u wilt gebruiken voor de
betreffende zone (bijv. druk op een toets, open of sluit
een deur, enz.).
òf
Advertenties
Inhoudsopgave
