Uitgangen 2, 3 en 4 zijn standaard triggers voor het aansturen van externe
signaleringsapparatuur, zoals telefoonkiezers. Deze uitgangen zijn afhankelijk van de gekozen
functie "actief hoog" of "actief laag". Als bijvoorbeeld voor uitgang 2 (pin 5 van conn. J7) de
standaard functie voor deze uitgang gebruikt wordt (brandalarm, zone 1) dan zal pin 5 normaal
via 1 kΩ aan massa liggen en in geval van alarm via 5kΩ aan de plus komen te liggen ("actief
hoog"). Wordt deze uitgang echter gebruikt voor de aansturing van een INGESCHAKELD-LED,
dan zal deze uitgang in normale, niet ingeschakelde toestand, via 5kΩ aan de plus liggen en
"laag" worden als de partitie, aangegeven in veld *15 (zie verder), ingeschakeld wordt ("actief
laag").
In het geval de uitgangen gebruikt worden als trigger (standaard) verandert de toestand weer
naar "laag" door het intoetsen van een code + [1] (UIT), met uitzondering van de stil paniek-
/gedwongen trigger welke een 2-seconden puls is.
In-/Uitschakeltrigger
Indien veld 1*46 op 1 is gezet, zal de uitgang "hoog" zijn wanneer het systeem
"UITGESCHAKELD" is, en "laag" als het systeem GEHEEL IN geschakeld wordt. Deze uitgang
zal niet laag worden tot alle partities zijn ingeschakeld, en zal hoog worden als één partitie wordt
uitgeschakeld.
Extra codebediendeelbuzzer
Als veld 1*46 op 2 wordt gezet kan uitgang 1 een buzzer op afstand aansturen. Men kan een
zelfoscillerende buzzer (zoemer met ingebouwde elektronica) gebruiken voor installaties waarbij
men het geluid, dat geproduceerd wordt door de ingebouwde buzzer in het codebedienpaneel, wil
dupliceren op een andere locatie voor één partitie. De centrale zendt alle geluiden (b.v. alarm, in-
/uitgang, storing, deurbel enz.), behalve de tonen die te horen zijn bij het indrukken van de
toetsen op het codebedienpaneel. Eén toepassing hiervan is het produceren van geluiden op een
plaats die ver weg ligt van het codebedienpaneel van de centrale. Dit kan ook bereikt worden,
door gebruik te maken van de relais uitgangen (Zie het hoofdstuk RELAIS).
• Monteer de buzzer tussen de externe voeding van de centrale en pen 3/OUT 1 van connector
J7, zoals weergegeven wordt in onderstaande tekening.
Alternatief uitgang 2 & 4
Statusindicatie sleutelschakelaar
Als een sleutelschakelaar gebruikt wordt voor op afstand in- en uitschakelen van de centrale,
moet de schakelaar aangesloten zijn op Zone 7. Uitgang 2 & 4 worden automatisch de aansturing
voor resp. de status LED's IN en Gereed als in veld *15 de partitie is ingevoerd welke met de
sleutelschakelaar bedient moet kunnen worden.
Aansluiting Extra codebediendeelbuzzer
LET OP: Een Zone 7 sleutelschakelaar kan slechts in één partitie gebruikt worden.
- 39 -