Niveau 0: Installateur (Gebruiker 1)
• Geprogrammeerd in veld *00 (standaard 4-1-4-0). Doormelding van opening/sluiting door
installateur wordt geselecteerd met veld *39.
• Kan alle systeemfuncties verrichten (inschakelen, uitschakelen, overbruggen, enz.), maar kan
niet uitschakelen als met een andere code (of met snelle inschakeling) is ingeschakeld.
• Kan alle andere autorisatieniveaus toevoegen, verwijderen of veranderen en kan voor elke
gebruiker open/sluitmeldingen selecteren.
• Is de enige code waarmee in de programmeerstand gekomen kan worden, maar zelfs dit kan
voorkomen worden door de programmeerstand te verlaten met *98. (De enige manier om in
de programmeerstand te komen als dit is gedaan, is door de spanning (ook de accu) van het
systeem te halen, deze weer aan te leggen en binnen 30 seconden zowel toets [*] als [#]
gelijktijdig in te drukken.)
• Moet tenminste één mastercode tijdens installatie programmeren. Mastercodes zijn codes die
bedoeld zijn voor gebruik door de primaire gebruiker(s) van het systeem.
Opmerking Open-/sluitmelding:
Wanneer een gebruiker toegevoegd wordt, zal het systeem alleen het scherm voor de
mogelijkheid tot open-/sluitmelding geven als de gebruiker wordt toegevoegd door de installateur.
Als een "master" of "manager" een nieuwe gebruiker toevoegt, zal de instelling voor open-
/sluitmelding voor die nieuwe gebruiker hetzelfde zijn als die van de master of manager die de
gebruiker toevoegt. Als open-/sluitmeldingen geselecteerd moeten kunnen worden door de
master of manager, moet de installateur twee master- of manager-gebruikerscodes toekennen:
één met de mogelijkheid tot open-/sluitmelding en één zonder.
Bedenk dat open/sluitmelding van snelle inschakeling mogelijk is als open-/sluitmeldingen voor
gebruiker 2 geselecteerd zijn en dat snelle inschakeling wordt doorgemeld als gebruiker 0. Voor
de mogelijkheid tot doormelding van snelle inschakeling voor alle partities, moet gebruiker 2
bevoegdheid hebben tot alle partities en moeten de open-/sluitmeldingen voor alle partities
geselecteerd zijn. Als een code met toegang tot alle partities niet gewenst is, wordt het
aangeraden dat gebruiker 2 autorisatieniveau 5 krijgt toegekend in alle partities en dat de code
geheim blijft gehouden. Autorisatieniveau 5 kan het systeem niet uitschakelen, tenzij het door die
gebruiker is ingeschakeld.
Niveau 1: Mastercodes
• Kunnen alle systeemfuncties verrichten
• Kunnen gebruikt worden voor het toekennen van maximaal 148 codes met een lager niveau,
die door andere gebruikers van het systeem gebruikt kunnen worden.
• Kunnen niet iemand een niveau 0 of 1 toekennen.
• Kan zijn eigen code wijzigen.
• Kunnen manager- of bedienercodes toevoegen, verwijderen of wijzigen. Elke gebruikerscode
kan op elk moment verwijderd of veranderd worden.
• Open-/sluitmelding van toegevoegde gebruikers is hetzelfde als die van de master die de
nieuwe gebruiker toevoegt.
Niveau 2: Managercodes
• Kunnen alle door, de master geprogrammeerde, systeemfuncties verrichten (Inschakelen,
uitschaklen, overbruggen, enz.).
• Kunnen alle gebruikers onder dit niveau toevoegen, verwijderen of wijzigen (manager kan niet
iemand niveau 0, 1 of 2 toekennen).
• Kan zijn eigen code wijzigen.
• Open-/sluitmelding van toegevoegde gebruikers is hetzelfde als die van de manager die de
nieuwe gebruiker toevoegt.
Niveau 3-5: Bedienerscodes
• Kunnen het systeem in- en uitschakelen, maar kunnen geen enkele gebruikerscode
toevoegen of wijzigen.
• Kunnen een partitie bedienen met één van de drie BEDIENER-autorisatieniveaus A, B of C,
zoals de volgende tabel weergeeft:
- 129 -