*56
[0]
*57
[0]
*58
[0][0][0]
[0][0][0]
*59
[0][0][0]
[0][0][0]
*60
[0]
*61
[0]
*79
[x][x][x][x][x][x][x][x]
1 2 3 4 5 6 7 8
*80
[x][x]
9 10
*83
[xx] [xx] [xx]
*84
[15]
- 66 -
Contact ID / Digicom
1 = Contact ID op codebedienpaneelbus voor doormelding andere
communicatiemedia in plaats van Digicom.
0 = Digicom.
Contact ID in geval van storing Digicom doormelding.
1 = Contact ID op codebedienpaneelbus voor doormelding afwisselende
communicatiemedia als reserve voor het geval Digicom niet werkt.
0 = Geen reserve.
Selectie van Contact ID-boodschap op codebedienpaneelbus voor
abonnee ID#1
[Alarmen]
[In/Uitschakelingen]
1 = Wel.
0 = Niet.
Selectie van Contact ID-boodschap op codebedienpaneelbus voor
abonnee ID#2
[Alarmen]
[In/Uitschakelingen]
1 = Wel.
0 = Niet.
Geverifieerde alarmmelding.
1 = Ja, een speciale Contact ID doormelding als binnen 45 minuten twee
inbraakalarmen zijn gedetecteerd.
0 = Nee.
Robofonversie van Contact ID.
0 = Ja.
1 = Nee.
Herstelmelding voor zonetypen 1-8.
1 = Inschakelen herstel-doormelding voor individuele zonetypen.
0 = Uitschakelen.
Herstel melding voor zonetypen 9-10.
1 = Inschakelen herstel-doormelding voor individuele zonetypen.
0 = Uitschakelen.
Instellen van de tijd voor de 1
00-07
= Dag waarop 1
00-23uur/00-59min = Tijdstip waarop 1
00
= Meteen verzenden nadat uit de programmeerstand
Als men 00 invult in de daglocatie, wordt de melding verzonden als de klok
gelijk is aan de ingestelde tijd.
Dag 01 is Maandag. Zie adressen *81 & *82 voor het instellen van de Test
Doormeldcode.
Maximaal aantal Meldingen. (partitie-specifiek)
01-15 = Aantal berichten (alarm of fouten) dat bij ingeschakelde stand
verzonden wordt voor een bepaald kanaal
(Intermittent Sensor Suppression).
00
= Alle alarm- of foutcodes worden doorgemeld.
[Storingen]
[Systeemcondities]
[Storingen]
[Systeemcondities]
e
testdoormelding.
e
testdoormelding zal worden
verzonden.
e
testdoormelding zal worden
verzonden.
wordt gegaan.
[Overbruggingen]
[Testmeldingen]
[Overbruggingen]
[Testmeldingen]