Voorwaarden programmering gemeenschappelijke ruimte
Wanneer men gemeensch. ruimten gaat toewijzen dient men het volgende rekening te houden:
1. De gemeenschappelijke ruimten moeten in ophogende numerieke volgorde worden
gedefinieerd (1,2,4=goed ; 2,1,4=fout). Hieruit volgt dat de gemeenschappelijke ruimte met
het laagste partitienummer gemeenschappelijke ruimte 1 is.
2. Gemeenschappelijke ruimte 1 dient vóór gemeenschappelijke ruimte 2 te worden
gedefinieerd. Een gemeenschappelijke ruimte 2 dient vóór gemeenschappelijke ruimte 3 te
worden gedefinieerd.
3. Een gemeenschappelijke ruimte mag niet worden geprogrammeerd als een partitie die een
andere gemeenschappelijke ruimte beïnvloedt en/of inschakelt.
4. Wanneer een partitie niet als gemeenschappelijke ruimte wordt gebruikt, mag deze als
beïnvloedings- en/of inschakelingspartitie voor één of meerdere gemeenschappelijke ruimten
worden geactiveerd. Hierbij geldt echter wel dat wanneer de partitie als inschakelingspartitie
is geprogrammeerd deze ook als beïnvloedingspartitie dient te worden geprogrammeerd.
Beïnvloeding gemeenschappelijke ruimte door gebruikercodes
Codes met "Globaal" inschakelen
Wanneer aan een code "Globaal Inschakelen" is toegekend vraagt het codebedienpaneel
"Alles In?" (= alles inschakelen?) of "Alles Uit ?" (= alles uitschakelen?) als de gebruiker één van
de partities waarop hij toegang toe heeft probeert in of uit te schakelen. Dit biedt de gebruiker de
mogelijkheid de partities één voor één in of uit te schakelen waardoor de gemeenschappelijke
ruimte niet wordt meegeschakeld. Houdt hierbij in gedachte dat wanneer men alles wil
inschakelen en een andere invloedbare partitie is uitgeschakeld, de gebruiker de
gemeenschappelijke ruimte niet kan inschakelen.
De boodschap " Kan Gezamenlijk. Deel niet Insch " (= Inschakelen gemeenschappelijke ruimte
is niet mogelijk) verschijnt in het venster.
Codes zonder "Globaal" inschakelen
Wanneer met een code wordt ingeschakeld waaraan geen "Globaal Inschakelen" is toegekend,
zal de werking van de gemeenschappelijke ruimte automatisch zijn zoals omschreven is in de
velden 1*12, 1*15, 1*18 en 1*13, 1*16, 1*19, voor resp. de gemeensch. ruimten 1, 2 en 3.
Andere in- en uitschakelmanieren
Wanneer een beïnvloedbare partitie wordt in- of uitgeschakeld in een van de volgende gevallen,
is de gemeenschappelijke ruimte logica actief:
•
Snel inschakelen
•
Sleutelschakelaar
•
Draadloze afstandsbediening 5804EU
•
Draadloos codebedienpaneel 5839EU
In- en uitschakelen op afstand
Wanneer op afstand wordt in- of uitgeschakeld (middels Compass downloading software), volgt
de gemeenschappelijke ruimte niet automatisch de partities die geprogrammeerd zijn voor
beïnvloeding en inschakeling van de gemeenschappelijke ruimte. Dit betekent dat de
gemeenschappelijke ruimte apart dient te worden ingeschakeld nadat eerst alle beïnvloedbare
partities zijn ingeschakeld.
Automatisch in- en uitschakelen
Wanneer tijdschema's worden gebruikt voor automatisch in- en uitschakelen van partities, volgt
de gemeenschappelijke ruimte niet automatisch de partities die geprogrammeerd zijn voor
beïnvloeding en inschakeling van de gemeenschappelijke ruimte. De gemeenschappelijke ruimte
zal dus moeten worden toegevoegd als een partitie welke moet worden in- en uitgeschakeld.
Wanneer men gebruik maakt van het automatisch inschakelen, dient men er zeker
van te zijn dat de "Vertraging Automatisch Inschakelen" en "Waarschuwing
Automatisch Inschakelen"-periode (velden 2*05 en 2*06) gecombineerd langer
zijn dan die van iedere andere partitie welke de gemeenschappelijke ruimte
beïnvloedt. Hierdoor zal de gemeenschappelijke ruimte partitie als laatste
inschakelen.
- 9 -