01 Relais Actie
Geen Respons
01 Start Event
Niet Gebruikt 0
01 Start:Zn List
Niet Gebruikt 0
01 Start:Zn Type
Geen Respons 00
Keuzes voor starten/stoppen
met zonetype als criterium:
00 = Geen reactie (niet gebruikt)
01 = In-/uitgangsvertraging 1
02 = In-/uitgangsvertraging 2
03 = Omtrekbeveiliging
04 = Intern, vertraagd volgend
05 = Storing Dag/Alarm Nacht
06 = 24-uurs stil alarm
07 = 24-uurs luid alarm
08 = 24-uurs luid op bed.paneel
09 = Brand
10 = Intern met vertraging
19 = 24-uurs sabotage
23 = Geen alarm (relaisaanst.)
26 = Geverifieerd alarm
27 = Toegangspunt
28 = ACS MLB supervisie fout
* Of tijdens uitschakelen, afhankelijk van wat eerder optreedt
De relaisactie is de manier waarop het relais reageert als het
0
door het startvoorval is geactiveerd. De mogelijkheden zijn:
0 = Niet gebruikt
1 = 2 Sec. gesloten
2 = Blijft gesloten
Een relais kan geactiveerd worden door een gebeurtenis,
gebruikt in combinatie met een zonelijst, of door een
zonetype/systeemhandeling. Voer bij gebruik van een
combinatie gebeurtenis/systeemhandeling als volgt de
gebeurteniscode in:
0 = Niet gebruikt
1 = Alarm
2 = Fout
Als voor het activeren van een relais geen zonelijst wordt
gebruikt, voer dan een 0 in. Toets [*] om te vervolgen.
Een zonelijst is een set zones die gebruikt kan worden voor het
laten beginnen of eindigen van een relaisactie. Als een zonelijst
gebruikt wordt voor het starten van een relaisactie, voer dan het
nummer van de zonelijst, 01-15, in. Voer 00 in als geen zonelijst
wordt gebruikt. Toets [*] om te vervolgen.
In plaats van een gebeurtenis/zonelijst-combinatie kan een
zonetype/systeemhandeling worden gebruikt om een relaisactie
te starten. Voer hier de 2-cijferige code van de gebruikte
zonetype/systeemhandeling in. Deze codes worden in de
volgende lijst weergegeven. Toets [*] om te vervolgen.
Keuzes voor starten/stoppen met systeemhandeling als criterium:
20 = Deel in-schakelen
21 = Geheel inschakelen
22 = Uitschakelen
31 = Einde Uitloopvertr.
32 = Begin Inloopvertr.
33 = Elk inbraakalarm
34 = Code + # + 71 toetsen
35 = Code + # + 72 toetsen
36 = Verstrijken sirenetijd*
37 = Tweemaal sirenetijd*
38 = Deurbelfunctie (chime)
39 = Brandalarm
40 = Overbrugging
41 = Geen 230V AC
42 = Lage Accuspanning
Gebruikmakend van de opties *56 en/of 57 (gebruikelijk het STOP Zone
Type), moeten de data velden 1*74 en 1*75 als minuten en seconden voor het
respectievelijke relais time-out geprogrammeerd worden.
3 = Pulserend Aan/Uit
4 = Afwisselend (Toggle) Aan/Uit
3 = Probleem
4 = Herstel.
43 = Storing communicatie
44 = Lage batterijspanning
draadloze module
45 = Storing Polling Loop
46 = Bediendeelbus (ECP) storing
51 = Storing 5882EU Ontvanger
52 = Kiss-off
54 = Reset brandzone
55 = Uitschakelen + 1 minuut
56 = XX minuten (invoer in veld
1*74; alleen stopconditie)
57 = YY seconden (invoer in veld
1*75; alleen stopconditie)
58 = Dwangafschakeling
60 = Audio-/video-alarmverificatie
(moet zowel voor starten als
stoppen geselecteerd worden.
- 95 -