Inhoudsopgave Inhoudsopgave Systeemoverzicht ................6 1.1 Algemeen ..................6 Functies van het bediendeel ............. 10 2.1 In- en uitloopvertragingen ............. 12 2.2 Weergave van alle zone-omschrijvingen ........12 2.3 Controleren op openstaande zones ..........13 2.4 Overbruggen van zones ..............14 In- en uitschakelen van het systeem ........
Pagina 5
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Toegang tot andere partities ............. 36 7.1 Het wisselen tussen partities ............36 7.2 Globaal Inschakelen ..............36 7.3 Toepassing van een “MASTER” bediendeel ........ 36 7.4 Toepassing van een gemeenschappelijke ruimte ....... 38 7.5 Hoe gebruikercodes de gemeensch. ruimte beïnvloeden ..39 7.6 Andere mogelijkheden om in- of uit- te schakelen .....
Het Systeem Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Ademco Beveiligingssysteem. De beslis- sing om een Ademco beveiligingssysteem aan te schaffen is de juiste geweest. Niet alleen omdat u hiermee een optimaal betrouwbaar beveiligingssysteem in huis hebt gehaald dat is voorzien van meest recente beveiligingstechnologie. Maar...
Pagina 7
Systeemoverzicht Brand Indien uw centrale is uitgerust met branddetectie-apparatuur, is dit gedeelte van Beveiliging uw systeem altijd actief, en zal een brandalarm klinken bij een brandsituatie. On- afhankelijk dus van of het systeem is ingeschakeld of niet. Zie tevens het hoofd- stuk “BRANDALARM SYSTEEM”...
Pagina 8
Systeemoverzicht Sneltoetsen Het systeem kan per partitie 4 verschillende invoerreeksen van maximaal 32 toets- (Macro’s) indrukken opslaan, die eenvoudig kunnen worden geactiveerd door het indrukken van de “A”, “B”, “C”, of “D” toets. Deze functie kan worden gebruikt om op een eenvoudige wijze een complexe procedure uit te voeren (bijv.
Pagina 9
Systeemoverzicht Werking van Met het “Master” bediendeel kan de status van alle 8 partities tegelijkertijd worden “Master” weergegeven in het display. Een gebruiker kan meer gedetailleerde informatie Bediendeel krijgen over een bepaalde partitie door eenvoudigweg in te voeren: [*] + het ge- wenste partienummer (1-8).
Functies van het bediendeel HET ALFANUMERIEK DISPLAY: Een 2- DE “DIRECT” TOETS: Schakelt op dezelfde regelig, Liquid Cristal Display (LCD) met 32 wijze in als de “DEEL IN” toets, maar maakt tekens. Geeft bewaakte zones afzonderlijk geen gebruik van de inloopvertragingstijd, dit weer, alsmede status, berichten, en gebruikers- biedt een directere beveiliging, en kan het best instructies.
Functies van het bediendeel TOETS A, B, C, OF D KUNNEN WORDEN GEBRUIKT ALS SNELTOETS MOGELIJKHEID TOT (Indien geprogrammeerd) GEBRUIK VAN PANIEKTOETSEN BELANGRIJK Bij het gebruik van het bedienpaneel om codes en commando’s uit te voeren dient u er rekening mee te houden dat wanneer de toetsen opeenvolgend ingedrukt wor- den, dat dit gebeurt binnen drie seconden na elkaar.
Functies van het bediendeel In- en uitloopvertragingen Algemene Uw systeem heeft vooraf ingestelde in- en uitlooptijdvertragingen. Wanneer u uw Informatie beveiligingssysteem inschakelt, geeft de uitloopvertraging u de tijd om het pand te verlaten via de daartoe aangewezen uitgangsdeur, zonder dat er een alarm wordt veroorzaakt.
Functies van het bediendeel Controleren op openstaande zones Voordat u uw systeem kunt inschakelen, dienen alle beveiligde deuren, ramen en andere beveiligde zones te zijn gesloten of anders overbrugd (zie verderop het hoofdstuk “Overbruggen van zones”). Wanneer een of meerdere zones niet zijn gesloten ziet u op het bediendeel dat het systeem niet gereed is.
Functies van het bediendeel Overbruggen van zones Gebruik Deze toets wordt gebruikt wanneer u uw systeem wilt inschakelen met een of van de meer zones opzettelijk onbewaakt. Overbrugde zones zijn onbewaakt en zullen GROEP UIT geen alarm veroorzaken bij het betreden hiervan als het systeem is ingeschakeld. toets Deze overbruggingen zijn niet permanent ingesteld en worden automatisch weer verwijderd bij de eerstvolgende uitschakeling van het systeem (gebruikercode +...
Pagina 15
Functies van het bediendeel Versneld Met uw systeem kunt u op eenvoudige wijze alle op dat moment openstaande overbruggen zones overbruggen zonder alle zonenummers afzonderlijk te hoeven intoetsen. NOOT: Alle overbruggingen van zones in het systeem worden verwijderd na het uitvoeren van een uitschakelprocedure (Gebruikercode + UIT).
In- en uitschakelen van het systeem Gedeeltelijk Inschakelen (met inloopvertraging) Het gebruik Gebruik deze toets als u thuis blijft, maar wanneer u redelijkerwijs kunt verwachten van de dat iemand anders later via de ingangsdeur binnen kan komen. DEEL IN toets Wanneer wordt ingeschakeld in de DEEL IN modus, zal het systeem een alarm laten horen bij het openen van een beveiligde deur of beveiligd raam, maar u kunt zich ondertussen vrijelijk bewegen in het pand.
In- en uitschakelen van het systeem Gedeeltelijk Inschakelen (zonder inloopvertraging) Het gebruik Gebruik deze toets als u thuis blijft, maar wanneer u denkt dat niemand later via de van de ingangsdeur binnen zal komen. DIRECT toets Wanneer wordt ingeschakeld in de DIRECT modus, zal het systeem een alarm laten horen bij het openen van een beveiligde deur of beveiligd raam, maar u kunt zich ondertussen vrijelijk bewegen in het pand.
In- en uitschakelen van het systeem Geheel Inschakelen (met inloopvertraging) Het gebruik Gebruik deze toets wanneer niemand in het pand achterblijft. van de GEHEEL IN Wanneer wordt ingeschakeld in de GEHEEL IN modus, zal het systeem een alarm toets laten horen bij het openen van een beveiligde deur of beveiligd raam, of wanneer een beweging wordt gedetecteerd in de beveiligde ruimten van het pand.
In- en uitschakelen van het systeem Geheel Inschakelen (zonder inloopvertraging) Het gebruik Gebruik deze toets wanneer het pand voor langere tijd zonder aanwezigen blijft, van de zoals bij vakanties, leegstand a.g.v. verhuizing, etc. MAXIMUM toets Wanneer wordt ingeschakeld in de MAXIMUM modus, zal het systeem een alarm laten horen bij het openen van een beveiligde deur of beveiligd raam, of wanneer een beweging wordt gedetecteerd in de beveiligde ruimten van het pand.
In- en uitschakelen van het systeem Uitschakelen en beëindigen van alarmen Het gebruik De UIT toets wordt gebruikt om het systeem uit te schakelen, maar ook om de van de sirene en storingmeldinggeluiden te beëindigen. Zie het hoofdstuk “Overzicht van UIT toets systeemgeluiden”...
In- en uitschakelen van het systeem Het gebruik van de sleutelschakelaar Algemeen Het kan zijn dat uw systeem is uitgerust met een mechanische sleutelschakelaar die wordt gebruikt voor het in- en uitschakelen van het systeem. Onderstaand treft u een overzicht aan van de statusindicatie van uw systeem die middels twee lampjes worden weergegeven.
Speciale toetsfuncties De deurbelfunctie Het gebruik Uw systeem kan dusdanig worden ingesteld dat u middels een piepend bedien- van de deel kan worden gewaarschuwd wanneer iemand uw pand betreedt of verlaat. Dit INTERN toets kunt u doen terwijl het systeem is uitgeschakeld via de zgn. ingebouwde deurbel- functie.
Speciale toetsfuncties Toegangscontrole Algemene Uw systeem kan op dusdanige wijze worden geconfigureerd, dat een afgesloten Informatie toegangsdeur (zoals bijvoorbeeld in een gezamenlijke hal) kan worden ontgrendeld met een commando op het bedienpaneel. Vraag uw installateur of een dergelijke functie van toepassing is op uw systeem. Er zijn vier toegangscontrolemogelijkheden, die u onderstaand aantreft: Snelle ontgrendeling Voer uw gebruikercode in en druk op de 0 toets.
Speciale toetsfuncties Paniektoetsen Het gebruik Uw systeem kan geprogrammeerd zijn voor de toepassing van speciale toets- van de combinaties waarmee handmatig paniekfuncties kunnen worden geactiveerd. De paniektoetsen functies die kunnen worden geprogrammeerd zijn: Stil Alarm, Luid Alarm, Me- disch Alarm en Brandalarm. Vraag uw installateur of in uw systeem gebruik is gemaakt van de paniektoetsfunctie.
Speciale toetsfuncties Sneltoetsen (Macro’s) Algemene De [A], [B], [C] en/of [D] toets kunnen ieder afzonderlijk worden gebruikt om een Informatie opeenvolging van maximaal 32 toetsindrukken uit te voeren (afhankelijk van de programmering door uw installateur). Dit type “verzamel-commando’s”, voor het gemak hier “toetscombinaties”...
Speciale toetsfuncties Het gebruik van de #70 relais menu modus Algemene Uw systeem kan op dusdanige wijze worden geprogrammeerd dat bepaalde lich- Informatie ten of andere apparaten aan of uitgezet kunnen worden door gebruik te maken van het #70 commando vanaf een bedienpaneel. Om relais vanaf een bediendeel te activeren;...
Speciale toetsfuncties Het ontvangen van berichten Algemene Als systeemgebruiker kunt u zo nu en dan berichten in het display van uw bedien- Informatie paneel ontvangen van uw meldkamer of installateur. Wanneer een bericht klaar- staat om door u te worden gelezen, treft u de onderstaande display in uw bedien- paneel aan: Bericht Install.
Het logboek van het systeem Het bekijken van het logboek Algemene Het systeem heeft de mogelijkheid om verschillende soorten gebeurtenissen (events) Informatie in een logboek op te slaan, waarbij iedere gebeurtenis in een van de vijf onder- staande categoriën wordt bewaard, voorzien van de tijd en datum waarop de gebeurtenis plaatsvond.
Pagina 29
Het logboek van het systeem Geeft het inbraakalarm weer dat plaatsvond in P1 01/01 12:02AM zone 3 (003) van partitie 1 (P1), om 12:02 ‘s- INBRAAK middags op 1 januari. Voorbeeld weergave Nadat de laatste gebeurtenis is weergege- van een gebeurtenis ven, verschijnt het EINDE LOG bericht gedu- rende enkele seconden.
Gebruikercodes en autorisatieniveaus Gebruikercodes Algemene Tijdens de installatie is u een autorisatieniveau en een persoonlijke viercijferige Informatie beveiligingscode toegekend, die uitsluitend en alleen bij u bekend is. De beveiligings- code dient te worden ingevoerd bij het in- en uitschakelen van het systeem. Het autorisatieniveau bepaalt welke systeemfuncties u kunt uitvoeren.
Gebruikercodes en autorisatieniveaus Autorisatieniveaus Autorisatieniveaus definiëren de systeemfuncties die een gebruiker tot zijn be- schikking heeft. Afhankelijk van de autorisatie die tot u zijn toegekend, zijn er wellicht bepaalde systeemfuncties die u niet kunt uitvoeren. Kort samengevat zijn er zes autorisatieniveaus, met ieder eigen beperkingen. Onderstaand treft u deze indeling aan: Niveau 1: Master:...
Gebruikercodes en autorisatieniveaus Algemene regels voor autorisatieniveaus en wijzigingen · Een gebruiker kan de gebruikercode met HETZELFDE of een HOGERE autorisatieniveau dan waarover hijzelf beschikt niet wissen of wijzigen. · Een gebruiker kan uitsluiten gebruikers TOEVOEGEN met een LAGER autorisatieniveau. ·...
Gebruikercodes en autorisatieniveaus Het toevoegen van een gebruiker BELANGRIJK: Tijdelijke gebruikers hoeven niet te worden uitgelegd hoe zij enige systeemfuncties dienen te gebruiken. Het is voor hen niet belangrijk te weten hoe bijvoorbeeld zones overbrugd dienen te worden. Voer de Master- of Managercode in en druk op de CODE [8] toets. Voer het driecijferige gebruikernummer (002-150) voor de nieuwe gebruiker in.
Pagina 34
Gebruikercodes en autorisatieniveaus Het toevoegen Indien u als gebruiker toegang heeft tot andere Multi-Toegang? van een partities, zal het bediendeel vragen naar de 0=Nee , 1=Ja gebruiker mogelijkheden voor deze nieuwe gebruiker om (Vervolg) naar deze partities te gaan (GOTO). Druk op [0] (NEE) of [1] (JA).
Gebruikercodes en autorisatieniveaus Het wijzigen van een gebruikercode Voer de Master- of Managercode in en druk op de CODE toets [8], gevolgd door het gebruikernummer dat u wilt wijzigen. Voer de nieuwe code in voor de betreffende gebruiker. Het systeem zal herkennen dat het gebruiker- Nwe Gebr.
Toegang tot andere partities Het wisselen tussen partities Het GOTO Ieder bediendeel is standaard toegewezen aan een bepaalde partitie en geeft al- commando leen de informatie van deze partitie. Echter wanneer de gebruiker hiertoe bevoegd is kan een bediendeel in een bepaalde partitie tevens worden gebruikt om systeem- functies uit te voeren in een andere partitie, dankzij het gebruik van het GOTO commando.
Pagina 37
Toegang tot andere partities Toepassing De status van iedere afzonderlijke partitie wordt direct onder het partitienummer van een weergegeven in het display. Mogelijke status-indicaties kunnen zijn: “MASTER” I = Geheel Ingeschakeld M = Maximum Ingeschakeld bediendeel D = Deel Ingeschakeld R = Direct Ingeschakeld (Vervolg) G = Gereed...
Toegang tot andere partities Toepassing van een gemeenschappelijke ruimte Wanneer een installatie bestaat uit een partitie die wordt gedeeld door gebruikers van andere partities in een gebouw, kan de gedeelde partitie worden toegewezen als de “gemeenschappelijke ruimte” partitie in het systeem. Een voorbeeld hiervan kan bijvoorbeeld een huisartsenpraktijk zijn waar twee huisartskantoren zijn en een gemeenschappelijke entree of hal.
Toegang tot andere partities Hoe gebruikercodes de gemeensch. ruimte beïnvloeden Codes met Als de optie “Globaal Inschakelen” in uw gebruikercode is geprogrammeerd, zal de “Globaal iedere keer als u een partitie (waar u toegangsrechten voor heeft) wilt in- of uit- Inschakelen”...
Het gebruik van tijdschema’s voor in-/uitschakelen Het vertragen van de automatische inschakeltijd De tijdschema’s die zijn geprogrammeerd in uw systeem kunnen uw systeem automatisch inschakelen op een vooraf ingestelde tijd. In het geval dat een gebrui- ker iets langer in het pand wil blijven dan gebruikelijk, kan hij (mits hij over een “Master”...
Het gebruik van tijdschema’s voor in-/uitschakelen Tijdelijke tijdschema’s voor in-/uitschakelen Met tijdelijke tijdschema’s kunt u afwijken van de standaard tijdschema’s die zijn geprogrammeerd door uw installateur. Tijdelijke tijdschema’s kunnen voor maxi- maal 1 week geldig zijn, en treden onmiddelijk nadat zij zijn geprogrammeerd in werking.
Pagina 42
Het gebruik van tijdschema’s voor in-/uitschakelen Het program- tussen de 0 en de 9 in te drukken, terwijl de meren van cursor onder het AM/PM veld staat. Herhaal tijdelijke deze procedure voor de invoer van de stop-tijd. tijdschema’s Druk op de [*] toets om naar inschakel-tijdvak (Vervolg) te gaan voor maandag.
Het programmeren van relais-timers Algemene Relais-timers zijn eenvoudig gezegd opgebouwd uit een AAN-tijd en een UIT-tijd, Informatie gerelateerd aan de dagen van de week waarin zij actief zijn. In uw systeem zijn standaard 20 timers ingebouwd die kunnen worden gebruikt voor aansturing van een groot scala aan apparaten zoals bijvoorbeeld verlichting en andere electrische apparaten.
Pagina 44
Het programmeren van relais-timers Voer de tijd in waarop u het apparaat wilt in- 00 TIJD AAN ? schakelen met gebruikmaking van het zgn. U.S. 00:00 AM tijdformaat (00:01 t/m 11:59 uur). Wanneer het display de gewenste tijd weergeeft, druk op de [*] toets om naar de AM/PM keuze te gaan.
Testen van het systeem (wekelijks uitvoeren) 10.1 Het gebruik van de TEST toets Met de TEST toets zet u uw systeem in de looptest modus, hetgeen ervoor zorgt dat u iedere beveiligde zone functioneel kunt controleren op een juiste werking. Schakel uw systeem uit en sluit alle beveiligde deuren, ramen, etc.
Brandalarmsysteem (indien geïnstalleerd) Algemeen Het brandbeveiligingsgedeelte in uw systeem is (mits geïnstalleerd) 24 uur per dag actief, en biedt u daardoor continue bescherming. In geval van brand of rook- ontwikkeling zullen de geïnstalleerde rook- en hittedetectors automatisch een sig- naal versturen naar uw centrale/telefoonkiezer, terwijl een luid en pulserend brand- alarmgeluid zal klinken vanaf uw bediendeel.
Storingsmeldingen in het display 12.1 Storingsmeldingen van algemene aard Storingen Het woord CHECK of FOUT in het display van het bediendeel, samen met een “snel piepgeluid” vanaf het bediendeel, geeft aan dat er een storingsconditie is opgetreden in het systeem. Druk op een toets om het piepgeluid te stoppen zodat u de storingsconditie kunt verhelpen.
12.3 Waar kunt u storingen melden? GEGEVENS BETREFFENDE UW SERVICEDIENST Bij uw Ademco installateur kunt u het best terecht voor service aan uw alarm- systeem. Wij adviseren u om een onderhoudscontract met hem af te sluiten, waarin regelmatige controle en onderhoud van uw systeem zijn opgenomen.
Onderhoud aan uw systeem Algemeen Uw beveiligingssysteem is opgebouwd uit zoveel mogelijk onderhoudsvrije com- ponenten. Er zijn echter wel een aantal zaken die u zelf kunt doen om uw systeem in een zo betrouwbaar mogelijke conditie te houden. Test uw systeem wekelijks. Test het systeem na iedere alarmsituatie (zie “Testen van het systeem”).
(met of zonder garantie) trachten enig onderhoud of repa- ratie aan het systeem zelfstandig uit te voeren. Reparaties met betrekking tot uw systeem dienen immer te worden verstuurd aan de fabrikant of aan een door Ademco geautoriseerde service-instelling.
Verkorte samenvatting van de systeemfuncties Overzicht van de toepasbare systeemfuncties FUNCTIE HOE UIT TE VOEREN OMSCHRIJVING Controleren zones Druk op de [*] toets Het weergeven van open- staande zones wanneer het sys- teem niet gereed is. Weergeven van alle omschrij- Indrukken [*] toets en houdt ingedrukt Weergeven van alle zone- vingen...
Pagina 52
Verkorte samenvatting van de systeemfuncties Overzicht van de toepasbare systeemfuncties (Vervolg) FUNCTIE HOE UIT TE VOEREN OMSCHRIJVING GOTO Partitie Invoeren gebruikercode Druk op de [*] Wanneer een gebruiker hiertoe (wisselen partities) toets Invoeren gewenste bevoegd is kan hij op het partitienummer (1-8) D.m.v.
Samenvatting alarmgeluiden op bediendeel Overzicht van bediendeelgeluiden GELUID OORZAAK WEERGAVE LUID, PULSEREND* BRANDALARM BRAND wordt weergegeven; samen met Op bediendeel & extern een omschrijving van de zone(s) die in alarm is/zijn. LUID, CONTINU LUID INBRAAKALARM ALARM wordt weergegeven; samen met Op bediendeel &...
De beperkingen van uw beveiligingssysteem ! ! ! Waarschuwing ! ! ! Hoewel dit systeem een beveiligingssysteem van een geavanceerd ontwerp is, biedt het geen gegarandeerde beveiliging tegen inbraak, brand of een ander noodgeval. Elk alarm- systeem, voor bedrijf of huis, kan om uiteenlopende redenen onderhevig zijn aan defecten of weigering.
Pagina 55
De beperkingen van uw beveiligingssysteem ! ! ! Waarschuwing ! ! ! Passieve infrarood bewegingsdetectors bieden geen drie dimensionale beveiliging van het gebied. Ze creëren echter wel beveiligingsstralen en een verstoring kan alleen wor- den ontdekt in ongeblokkeerde gebieden die door de stralen worden bestreken. Ze kunnen geen beweging of indringing waarnemen die plaatsvindt achter muren, pla- fonds, vloeren, gesloten deuren, glazen scheidingswanden, glazen deuren of ramen.
Ademco zelf of door een door Ademco geautoriseerde service-instelling. Deze beperking is tevens van kracht wanneer het product niet of slecht is onderhouden. In geval van defecten, retour- neer dan het product direct naar Ademco of anders naar een geautoriseerd distributeur voor onmid- dellijke vervanging.