Inhoudsopgave
Advertenties
Programmering zones
Betreedt de programmeerstand d.m.v. [Installateurcode] + 8 0 0 0. De volgende velden moeten
geprogrammeerd zijn, alvorens te beginnen:
Eveneens moet voordat met programmeren van draadloze zones wordt begonnen, de RF-
ontvanger in Programmeerstand Apparatuur gezet worden (zie tevens pag. 92; Module
Programmering).
Toets dan #93, waarna "ZONE PROG?" verschijnt.
ZONE PROG. ?
1=JA 0=NEE
Als het systeem is ingesteld voor gebruikmaking van de draadloze 5800EU-serie, en er is geen
program tool Geprogrammeerd, wordt het "PROGRAM TOOL"-scherm getoond. Als het
systeem niet ingesteld is voor gebruikmaking van de draadloze 5800EU-serie of er is reeds een
program tool Geprogrammeerd, springt het systeem naar het scherm "Toets Zone Nr.".
PROGRAM TOOL?
1=JA 0=NEE 0
010 INGANG S/N:L
010 PRG AlS BR:3
A123-4567
Toets Zone Nr.
000=Einde
001 ZT P MC IN:L
- 78 -
2*00: Aantal partities; 1*32: RF-Ontvangertype.
0
Axxx-xxxx :L
3
001
09 1 00 BE:1
Toets 1 voor de stand ZONE PROGRAMMERING.
Het volgende scherm verschijnt. Druk op * voor het volgende
scherm. Druk op # voor het vorige scherm.
Als er een program tool wordt gebruikt, toets dan 1. Als er
geen tool wordt gebruikt, toets dan 0; het systeem zal naar
het scherm "Toets Zone Nr." springen.
Als er een 1 is ingevoerd verschijnt dit scherm. Voer het
serienummer van de program tool op één van de volgende
manieren in:
a) Voer het 7-cijferige nummer voor de zender in
b) Toets een willekeurige toets op de zender in. Het
codebedienpaneel moet drie keer piepen en het
serienummer van de tool tonen.
In dit voorbeeld is het serienummer A123-4567. Eenmaal
ingeleerd, kan de toets die linksboven zit op de program tool
gebruikt worden om het systeem gereed te zetten voor het
inleren van een module.
Het serienummer van de program tool zal alleen in het
systeem blijven totdat de programmeerstand is verlaten.
(Het invoeren van *97 (fabrieksinstellingen) zal de tool
niet verwijderen.)
Toets [*] om te vervolgen, of [#] om terug te springen naar
het scherm "PROGRAM TOOL".
Voer het nummer in van de zone die geprogrammeerd moet
worden (01-128,relay zones 601-696, 800-831, 988, 990,
992 (gedwongen), 995, 996, 997 of 999). Toets * voor
bevestiging.
Een overzichtsscherm voor desbetreffende zone zal
verschijnen. ZT = ZoneType, P = Partitie, MC = MeldCode,
IN: = type ingangsapparatuur en L = lusnummer waarmee de
sensor verbonden is (sommige apparatuur ondersteunt meer
dan één zone d.m.v. individuele lussen; bijv. 5801, 5803,
5816, 5817, enz.).
Advertenties
Inhoudsopgave
