Inhoudsopgave
Advertenties
Niveau
• Bediener C (soms bekend als baby-sittercode), kan het systeem niet uitschakelen, tenzij het
was ingeschakeld met deze code. Deze code wordt meestal toegekend aan personen die
alleen op specifieke tijden de mogelijkheid moeten kunnen hebben het systeem in of uit te
schakelen.
Niveau 6: Gedwongen Afschakeling
• Zendt een stil alarm naar een meldkamer als de gebruiker onder bedreiging gedwongen wordt
het systeem uit (of in) te schakelen (alleen zinvol als de centrale aangesloten is op een
meldkamer).
• Als de hulp-spanningstriggers (connector J7) met een ander communicatiemedium zijn
verbonden, bedenk dan dat "dwang" gesignaleerd wordt op dezelfde trigger (OUT 4) die "stil
paniek" signaleert (terwijl "dwang" zijn eigen unieke melding heeft).
• Toegekend per partitie en kan (kunnen) elke gewenste code(s) zijn.
• Zal het systeem uitschakelen (of inschakelen), maar zal tevens een stil alarm naar de
meldkamer versturen. Op het codebedienpaneel zal niets te zien zijn van een dergelijke
melding.
Algemene regels voor autorisatieniveaus en wijzigingen
De volgende regels hebben betrekking op gebruikers bij het maken van wijzigingen in het
systeem betreffende gebruikers-autorisatieniveaus:
• Mastercodes en alle lagere niveaus kunnen afwisselend gebruikt worden als systeemfuncties
in een partitie uitgevoerd worden (een met een tijdelijke gebruikerscode ingeschakeld systeem
kan uitgeschakeld worden met de mastercode of een andere tijdelijke gebruikerscode),
behalve de hiervoor beschreven niveau C bedienerscode.
• Een gebruiker mag de gebruikerscode, met hetzelfde of hogere autorisatieniveau dan het zelf
heeft, niet verwijderen of wijzigen.
• Een gebruiker (niveaus 0, 1 en 2) mag alleen gebruikers met een lager autorisatieniveau
toevoegen.
• Een gebruiker mag een andere gebruiker alleen toegang toekennen aan partities waartoe
deze zelf toegang heeft.
• Een gebruiker kan alleen verwijderd of gewijzigd worden vanuit de partitie waar hij zelf aan
toegekend is.
• Gebruikernummers moeten ingevoerd worden als 3-cijferige invoer. Enkel- of dubbelcijferige
gebruikernummers moeten derhalve altijd voorafgegaan worden door resp. "00" of "0".
Vergewis uzelf ervan dat de eindgebruiker hiervan op de hoogte is. Tijdelijke codes worden
ingevoerd als 4-cijferige invoer.
- 130 -
Titel
3
Bediener A
4
Bediener B
5
Bediener C
Opm. melding "gedwongen ": De triggerlogica voor een dwangmelding activeert
met de vijfde intoetsing (zoals UIT), niet de vierde (laatste cijfer van de code).
"Gedwongen"-meldingen zullen niet getriggerd worden als de vijfde toets [*] is,
zoals gebruikt voor het verrichten van een GOTO of het bekijken van de
mogelijkheden van een gebruiker.
Ademco Contact ID formaat is in staat alle gebruikers 001-150 apart te
melden. Als een ander protocol wordt gebruikt, kunnen alleen
gebruikernummers 001-015 apart gemeld worden. Gebruikers 016-150 zullen
bij gebruikmaking van een ander protocol als gebruiker 015 gemeld worden.
Toegestane functies
In- en Uitschakelen, Overbruggen
In- en Uitschakelen
In- en Uitschakelen alleen als met dezelfde
code is ingeschakeld
Advertenties
Inhoudsopgave
