Veiligheidsrelevante informatie
1
Veiligheidsrelevante informatie
1.1
Algemene veiligheidsaanwijzingen
– Het is belangrijk om voor gebruik van dit product deze gebruiksaanwijzing en de
gebruiksaanwijzing van de bijbehorende producten zorgvuldig door te lezen.
– De gebruiksaanwijzing strikt opvolgen. De gebruiker moet de aanwijzingen
volledig begrijpen en strikt opvolgen. Het product mag uitsluitend worden
gebruikt voor de doeleinden zoals gespecificeerd onder 'Beoogd gebruik'.
– Werp deze gebruiksaanwijzing niet weg. Zorg ervoor dat de gebruiksaanwijzing
wordt bewaard en op de juiste manier wordt nageleefd door de gebruikers van
het product.
– Dit product mag uitsluitend worden gebruikt door opgeleid en competent
personeel.
– Lokale en nationale voorschriften die op dit product van toepassing zijn strikt
opvolgen.
– Inspectie, reparatie en onderhoud van het product conform de beschrijving in
deze gebruiksaanwijzing zijn voorbehouden aan geschoold en vakkundig
personeel (zie hoofdstuk 8).
Onderhoudswerkzaamheden die in deze gebruiksaanwijzing niet gedetailleerd
zijn omschreven, mogen uitsluitend worden uitgevoerd door Dräger of door
Dräger opgeleid, competent en deskundig personeel.
Dräger adviseert het afsluiten van een Dräger-servicecontract.
– Maak voor onderhoudswerkzaamheden uitsluitend gebruik van originele Dräger-
onderdelen en -toebehoren. Anders kan de juiste werking van het product niet
worden gewaarboorgd.
– Maak geen gebruik van defecte of onvolledige producten. Voer geen
aanpassingen uit aan het product.
– Bij gebruik van een pompmodule voorzichtig te werk gaan bij het openen van
het gasmeetinstrument. Door het aanwezige glasbuisje bestaat breuk- en
letselgevaar.
– Bij gebruik van een pompmodule niet de onderste gasinlaat van de
pompadapter afsluiten. Dit kan de sensor vernielen.
1.2
Gebruik in potentieel explosiegevaarlijke atmosferen
– Apparaten of onderdelen die in explosiegevaarlijke atmosferen worden ingezet
en conform internationale of Europese richtlijnen inzake explosieveiligheid zijn
goedgekeurd en toegelaten, mogen uitsluitend onder de gespecificeerde
voorwaarden worden gebruikt.
– Bij toepassingen waarbij apparaten van de categorie 1G (zone 0) of EPL Ga
benodigd zijn, moeten intensieve elektrostatische oplaadprocedures worden
vermeden.
– Niet voor gebruik in een met zuurstof verrijkte atmosfeer, d.w.z. meer dan
21 Vol% zuurstof.
– Als de relaismodule en/of de pompmodule bij levering of op een later tijdstip op
het apparaat wordt geïnstalleerd, verliest het apparaat de Ex-toelating. Gebruik
van het apparaat met geïnstalleerde pompmodule en/of relaismodule in
omgevingen met explosiegevaar is niet toegestaan!
6
|
Gebruiksaanwijzing
Dräger Polytron 7000