Inhoudsopgave
Advertenties
2. Slangen aansluiten.
6.3
Nulpunt kalibreren
Voorwaarde:
– Inloopfase van de sensor is afgesloten (zie hoofdstuk 5.5).
– Testgastoevoer is voorbereid (zie hoofdstuk 6.2).
De nulpuntkalibratie kan te allen tijde worden afgebroken. Voor afbreken tijdens
de kalibratie Vorige kiezen.
Worden er geen invoeren uitgevoerd, schakelt het gasmeetinstrument na 15
minuten automatisch in de meetmodus.
Afloop aan de hand van het voorbeeld van een EC-H
1. Kalibratie > Nul kalibratie > EC-H
De 4-20-mA-interface geeft het onderhoudssignaal uit.
2. Nulgas resp. verse lucht toevoeren:
3. Volgende kiezen.
De actuele waarde en de begassingstijd worden weergegeven.
van de nulpuntwaarde uitgevoerd. De nulpuntwaarde moet minder dan 0,6 Vol%
bedragen Anders wordt een fout op de sensor gegenereerd.
4. Als de aangegeven meetwaarde niet meer wijzigt (maximale wachttijd = 3
minuten), Kalibreren kiezen.
5. Toevoer van nulgas beëindigen.
6. Terug naar menu kiezen.
|
Gebruiksaanwijzing
OK
68 04 620
+
Optie
Omschrijving
Testgascilinder
Op de drukregelaar een volumestroom van 500 mL/min
instellen.
Gaszak
Gaszak met testgascilinder vullen. Slang van de pomp-
module met gaszak vebinden.
Testgascilinder en
Drukregelaar van de testgascilinder langzaam openen,
flowmeter
tot de flowmeter een doorstroom aangeeft
Bij EC-O
-sensors wordt in plaats van de nulpuntkalibratie alleen een controle
2
Dräger Polytron 7000
68 07 407
S kiezen.
2
Kalibratie
S-sensor
2
27
Advertenties
Inhoudsopgave
