Kalibratie
6.4
Gevoeligheid kalibreren
Voorwaarde:
– Nulpunt is gekalibreerd (zie hoofdstuk 6.3).
– Testgastoevoer is voorbereid (zie hoofdstuk 6.2).
De gevoeligheidskalibratie kan te allen tijde worden afgebroken. Voor afbreken
tijdens de kalibratie Vorige kiezen.
Worden er geen invoeren uitgevoerd, schakelt het gasmeetinstrument na
15 minuten automatisch in de meetmodus.
Afloop aan de hand van het voorbeeld van een EC-H
1. Kalibratie > Gev. kalibratie > EC-H
De 4-20-mA-interface geeft het onderhoudssignaal uit.
De waarden voor de gevoeligheidskalibratie met het doelgas worden
2. Volgende kiezen.
3. Doelgas toevoeren.
4. Volgende kiezen.
De actuele waarde en de begassingstijd worden weergegeven.
5. Als de aangegeven meetwaarde niet meer wijzigt (maximale wachttijd =
3 minuten), kalibratie uitvoeren:
a. Kalibreren kiezen.
b. Opslaan kiezen.
c. Toevoer van doelgas beëindigen.
d. Terug naar menu kiezen.
28
weergegeven
Voorbeeld:
"Kal. gas : H
S
2
Kal.eenheid : ppm
Concentr.: 000025"
Als de weergegeven waarden niet met het gebruikte doelgas
overeenstemmen, dan de waarden met de bedieningstoetsen aan het
doelgas aanpassen.
Optie
Omschrijving
Testgascilinder
Op de drukregelaar een volumestroom van 500 mL/min
instellen.
Testgasampul
Testgasampul in de kalibratiecilinder openbreken.
Gaszak
Gaszak met testgascilinder vullen. Slang van de pomp-
module met gaszak vebinden.
Testgascilinder en
Drukregelaar van de testgascilinder langzaam openen,
flowmeter
tot de flowmeter een doorstroom aangeeft
De doelwaarde, de actuele waarde en de sensorvitaliteit (staafdiagram)
worden weergegeven.
De kalibratie-interval en de datum voor de volgende kalibratie worden
weergegeven.
S-sensor
2
S kiezen.
2
|
Gebruiksaanwijzing
Dräger Polytron 7000