Probleemoplossing
4. Stabilisatie van de meetwaarde afwachten. Als de aangegeven meetwaarde niet
meer wijzigt (maximale wachttijd = 3 minuten), Kalibreren kiezen.
meetwaarde zich stabiliseert. Met deze sensors start het gasmeetinstrument de
kalibratie automatisch, zonder dat een handmatige Kalibreren selectie
uitgevoerd hoeft te worden.
De doelwaarde en de actuele waarde worden weergegeven.
5. Toevoer van doelgas beëindigen.
6. Zodra de actuele waarde met de doelwaarde overeenstemt, Opslaan kiezen.
7
Probleemoplossing
Indien het display niet werkt, dan het gasmeetinstrument door Dräger laten
controleren.
De hierna vermelde fout- resp. waarschuwingsnummers worden in het menu
afgebeeld (zie hoofdstuk 4.4.4).
7.1
Fout
Nummer
# 1
# 2
# 61
# 63
# 64
# 65
# 67
# 100
30
Bij sommige sensors herkent het gasmeetinstrument zelfstandig wanneer de
Oorzaak
Ernstige gegevensfouten
van de meeteenheid –
diverse oorzaken.
Ernstige apparaatfouten –
diverse oorzaken.
Gegevensfouten op inter-
facekaart – diverse oorza-
ken.
Hardware- of softwarefout
van de pompmodule.
Volumestroom van de
pompmodule onder-
schrijdt de foutdrempel.
Betrouwbare meting niet
langer mogelijk.
3-draads leiding onderbro-
ken.
Relaismodule niet correct
gecontacteerd.
Meeteenheid herkent sen-
sor niet.
Oplossing
Meeteenheid naar fabriekinstellingen
resetten (zie hoofdstuk 9.8).
Indien de fout nog steeds actief is, dan
het gasmeetinstrument door DrägerS-
ervice laten controleren.
Gasmeetinstrument door DrägerSer-
vice laten controleren.
Gasmeetinstrument door DrägerSer-
vice laten controleren.
Pompmodule vervangen.
Slangleidingen op verstoppingen con-
troleren, zo nodig volumestroom
opnieuw instellen.
Verbindingen controleren.
Evt. stekker van de relaismodule con-
troleren of opnieuw inpluggen.
Sensor uitbouwen en weer inbouwen
(zie hoofdstuk5.2).
Indien de fout nog steeds actief is, dan
de sensorstekker controleren of sen-
sor vervangen.
|
Gebruiksaanwijzing
Dräger Polytron 7000