Let erop dat u tijdens het bevestigen de lens recht houdt.
De lens verwijderen
Houd de lensontgrendelingsknop (A) ingedrukt en draai de lens in de richting van de pijl tot hij
stopt.
Nadat de lens is verwijderd, plaatst u de lensvattingdop op de camera en de lensdoppen op de
voor- en achterkant van de lens om te voorkomen dat stof en vuil in de camera en lens kunnen
binnendringen.
Opmerking
Bevestig/verwijder de lens snel en op een stofvrije plaats.
Druk niet op de lensontgrendelingsknop terwijl u de lens bevestigt.
Oefen bij het bevestigen van de lens geen grote kracht uit.
Lenzen met een E-vatting zijn niet compatibel met deze camera.
Als u volframebeelden wilt opnemen, gebruikt u een lens die compatibel is met het volframe-formaat.
Als u een lens met een statiefaansluiting gebruikt, bevestigt u een statief op de statiefaansluiting van
de lens om het gewicht van de lens en de body beter te balanceren.
Als u de camera draagt terwijl een lens is bevestigd, houdt u zowel de camera als de lens zorgvuldig
vast.
Houd de lens niet vast aan het gedeelte dat is uitgeschoven ten behoeve van zoomen of
scherpstellen.
[26] De camera voorbereiden
De lenskap bevestigen
Wij adviseren u de lenskap te gebruiken om te voorkomen dat licht van buiten het opnameframe
het beeld beïnvloedt.
De lens bevestigen