Om [Contrast], [Verzadiging] en [Scherpte] in te stellen
[Contrast], [Verzadiging] en [Scherpte] kunnen worden ingesteld voor elke beeldstijl-
voorkeursinstelling, zoals [Standaard] en [Landschap], en voor elke [Stijlvak] waarvoor
voorkeursinstellingen kunnen worden opgeslagen.
Selecteer een onderdeel om in te stellen door op de linker-/rechterkant van de vierrichtingsknop
te drukken, en stel daarna de waarde in door op de boven-/onderkant van de vierrichtingsknop
te drukken.
Contrast:
Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe meer het verschil tussen licht en schaduw wordt
benadrukt, en hoe groter het effect op het beeld.
Verzadiging:
Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe levendiger de kleur. Wanneer een lagere waarde
wordt geselecteerd, wordt de kleur van het beeld ingehouden en onderdrukt.
Scherpte:
Stelt de scherpte in. Hoe hoger de geselecteerde waarde, hoe meer de contouren worden
benadrukt, en hoe lager de geselecteerde waarde, hoe zachter de contouren worden gemaakt.
Opmerking
[Creatieve stijl] ligt vast op [Standaard] in de volgende situaties:
[Slim automatisch]
[Foto-effect] is ingesteld op iets anders dan [Uit].
[Beeldprofiel] is ingesteld op iets anders dan [Uit].
Als deze functie is ingesteld op [Zwart-wit] of [Sepia], kan [Verzadiging] niet worden ingesteld.
[113] Opnemen
Foto-effect
Selecteer het gewenste effectfilter voor een indrukwekkendere en artistiekere beelden.
MENU →
1
Menu-onderdelen
Uit:
Schakelt de functie [Foto-effect] uit.
Speelgoedcamera:
Creëert een zacht beeld met donkere hoeken en verminderde scherpte.
Hippe kleuren:
Een effectfunctie selecteren
(Camera- instellingen1) → [Foto-effect] → gewenste instelling.