Ga naar het onderdeel-indexweergavescherm door op de rechterkant van de
2
vierrichtingsknop te drukken.
Selecteer het onderdeel dat u wilt veranderen met de boven-/onderkant van de
3
vierrichtingsknop.
Selecteer de gewenste waarde door op de boven-/onderkant van de
4
vierrichtingsknop te drukken, en druk daarna op het midden.
Een vooraf ingesteld beeldprofiel gebruiken
De standaardinstellingen [PP1] tot en met [PP9] voor bewegende beelden zijn van tevoren in de
camera ingesteld op basis van diverse opnameomstandigheden.
MENU →
(Camera- instellingen1) → [Beeldprofiel] → gewenste instelling.
PP1:
Voorbeeldinstelling van [Movie]-gamma
PP2:
Voorbeeldinstelling van [Still]-gamma
PP3:
Voorbeeldinstelling van natuurlijke kleurtint met het [ITU709]-gamma
PP4:
Voorbeeldinstelling van een kleurtint natuurgetrouw aan de ITU709-norm
PP5:
Voorbeeldinstelling van [Cine1]-gamma
PP6:
Voorbeeldinstelling van [Cine2]-gamma
PP7:
Voorbeeldinstelling van [S-Log2]-gamma
PP8:
Voorbeeldinstelling met gebruikmaking van het [S-Log3]-gamma en de [S-Gamut3.Cine] onder
[Kleurmodus].
PP9:
Voorbeeldinstelling met gebruikmaking van het [S-Log3]-gamma en de [S-Gamut3] onder
[Kleurmodus].
Onderdelen van het beeldprofiel
Zwartniveau
Stelt het zwartniveau in. (–15 tot +15)
Gamma