bij de televisie geleverde gebruiksaanwijzing voor meer informatie.
MENU →
1
worden verbonden.
Als u beelden wilt weergeven door middel van een diavoorstelling, drukt u op het
2
midden van de vierrichtingsknop.
Om het volgende/vorige beeld handmatig weer te geven, drukt u op de linker-
/rechterkant van de vierrichtingsknop.
Om het apparaat dat u wilt verbinden te veranderen, drukt u op de onderkant van de
vierrichtingsknop, en selecteert u daarna [Appraatlijst].
Instellingen voor diavoorstellingen
U kunt de instellingen van de diavoorstelling veranderen door op de onderkant van de
vierrichtingsknop te drukken.
Keuze afspelen:
Selecteert de groep beelden die moet worden weergegeven.
Mapweergav(stilstaand):
Selecteert uit [Alles] en [Alles in map].
Datumweergave:
Selecteert uit [Alles] en [Alles in dat.b.].
Interval:
Selecteert uit [Kort] en [Lang].
Effecten*:
Selecteert uit [Aan] en [Uit].
Afspeelbeeldformaat:
Selecteert uit [HD] en [4K].
De instellingen werken alleen op een BRAVIA-televisie die compatibel is met de functies.
*
Opmerking
U kunt alleen beelden overbrengen die zijn opgeslagen op de geheugenkaart in de
geheugenkaartgleuf die wordt weergegeven. Om de geheugenkaartgleuf die wordt weergegeven te
veranderen, selecteert u MENU →
U kunt deze functie gebruiken op een televisie die DLNA-renderer ondersteunt.
U kunt beelden bekijken op een Wi-Fi Direct-compatibele televisie of netwerk-compatibele televisie
(Draadloos) → [Op TV bekijken] → gewenste apparaat dat moet
(Afspelen) → [Select. afspeelmedia] → gewenste gleuf.