Als een lens gemaakt door een andere fabrikant (inclusief een lens van Minolta/Konica-Minolta)
wordt gebruikt, stelt u deze functie in op [Uit]. Als u deze instelling instelt op [Aan], wordt de juiste
belichting niet ingesteld of zal de beeldhelderheid ongelijkmatig zijn.
Wanneer u opneemt met een korte sluitertijd, kan de helderheid van het beeld ongelijkmatig worden,
afhankelijk van de opnameomgeving. In dergelijke gevallen stelt u [e-sluitergordijn voor] in op [Uit].
[344] Lijst met menu-onderdelen
Opn. zonder lens
Stelt in of de sluiter kan worden ontspannen of niet als geen lens is bevestigd.
MENU →
1
Menu-onderdelen
Inschakelen:
De sluiter kan worden ontspannen als geen lens is bevestigd. Selecteer [Inschakelen] wanneer
u het apparaat bevestigt op een sterrentelescoop, enz.
Uitschakelen:
Ontspant de sluiter niet als geen lens is bevestigd.
Opmerking
Een juiste lichtmeting is niet mogelijk wanneer u lenzen gebruikt die geen lenscontact hebben, zoals
de lens van een astronomische telescoop. Pas in dergelijke gevallen de belichting handmatig aan
door deze op het vastgelegde beeld te controleren.
[345] Lijst met menu-onderdelen
Opn. zonder geh.krt.
Stelt in of de sluiter kan worden ontspannen wanneer geen geheugenkaart is geplaatst.
MENU →
1
instelling.
Menu-onderdelen
Camera- instellingen2
(Camera- instellingen2) → [Opn. zonder lens] → gewenste instelling.
Camera- instellingen2
(Camera- instellingen2) → [Opn. zonder geh.krt.] → gewenste