WAARSCHUWING
G
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
G
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
G
Start de motor om veiligheidsrede-
nen te allen tijde met de middenbok
naar beneden.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU15980
DWA10870
OPMERKING:
Dit model is uitgerust met een hellingshoek-
sensor, waarbij de motor afslaat bij kante-
ling. Om de motor na een kanteling weer te
starten zet u het contactslot eerst op "OFF"
en daarna op "ON". Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de startknop
drukt.
DAU45310
Starten van de motor
LET OP:
Zie pagina 5-4 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de machi-
ne in gebruik wordt genomen.
Het startspersysteem staat starten alleen
toe als de zijstandaard is opgetrokken.
G
G
1. Draai de sleutel naar "ON".
LET OP:
Het waarschuwingslampje motorstoring
moet een paar seconden gaan branden
en daarna uit gaan. Als het waarschu-
wingslampje niet uit gaat, laat dan het
elektrisch circuit controleren door een
Yamaha dealer.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop in te
5-1
WAARSCHUWING
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-12.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
drukken terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd.
DAU45420
DCA10250
DWA10290
5
DCAT1040