FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Contactslot/stuurslot
3
Via het contactslot/stuurslot worden het ont-
stekingssysteem en de verlichtingssyste-
men
bediend
en
vergrendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
OPMERKING:
Het contactslot/stuurslot is voorzien van
een afdekplaatje. (Zie pagina 3-2.)
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht en het parkeerlicht gaan bran-
den en de motor kan worden gestart. De
sleutel kan niet worden uitgenomen.
DAU45440
OPMERKING:
De koplamp gaat automatisch branden
wanneer de motor wordt gestart en blijft aan
totdat de sleutel naar "OFF" wordt gedraaid
of de zijstandaard omlaag wordt bewogen.
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
wordt
het
stuur
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1
DAU45430
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de "OFF"-stand in en
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelen
DAU10660
1
DAU10680
1. Drukken.
2. Draaien.
2
Druk de sleutel in en draai hem dan naar
"OFF" terwijl de sleutel ingedrukt wordt ge-
houden.
Draai de contactsleutel nooit naar "OFF"
of naar "LOCK" terwijl de machine rijdt;
elektrische systemen worden dan afge-
schakeld en mogelijk zult u zo de macht
over het stuur verliezen of een ongeval
3-1
draai hem dan naar de "LOCK"-stand.
Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
2
WAARSCHUWING
DWA10060