Motoroliepeil controleren
U moet na de eerste 50 bedrijfsuren de motorolie
verversen en het oliefilter vervangen; daarna dient
dit om de 150 bedrijfsuren te gebeuren.
De carterinhoud is 2,8 liter met filter.
Gebruik hoogwaardige motorolie die moet
beantwoorden aan de volgende specificaties:
• Vereiste onderhoudsclassificatie van API:
CH-4, CI-4 of hoger.
• Aanbevolen olie: SAE 15W-40 (boven -18° C)
• Alternatieve olie: SAE 10W-30 of 5W-30 (alle
temperaturen)
Toro Premium motorolie is verkrijgbaar bij
uw dealer met een viscositeit van 15W-40 of
10W-30. Zie de Onderdelencatalogus voor de
onderdeelnummers.
Motoroliepeil controleren.
Het carter van de motor is in de fabriek gevuld
met olie. Desondanks dient u het oliepeil te
controleren voordat u de motor voor de eerste
keer start en daarna nog eens.
1. Plaats de machine op een horizontaal
oppervlak.
2. Verwijder de peilstok, die zich onder de
passagiersstoel bevindt, en veeg deze af met
een schone doek (Figuur 38). Steek de peilstok
in de buis. Let erop dat de peilstok er volledig
in schuift. Haal de peilstok eruit en controleer
het oliepeil.
Figuur 38
1. Peilstok
3. Als het oliepeil te laag is, moet u de vuldop
losmaken van het klepdeksel (Figuur 39) en
voldoende olie bijvullen totdat het peil de
Vol-markering op de peilstok bereikt; zie
Motoroliepeil controleren, voor juiste type
olie en viscositeit. Vul de olie langzaam bij en
controleer daarbij veelvuldig het peil. Niet te
vol vullen.
Figuur 39
1. Olievuldop
4. Plaats de vuldop terug.
5. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
Motorolie verversen en lter
vervangen
1. Start de motor en laat deze warm lopen; warme
olie kan immers beter worden afgetapt.
2. Stel de parkeerrem in werking, schakel de
pomp uit, zet de motor af en verwijder het
contactsleuteltje.
3. Til de stoelen op.
De onderdelen onder de bestuurdersstoel
zullen heet zijn als de spuitmachine
in gebruik is geweest. U kunt zich
verbranden als u hete onderdelen
aanraakt.
Laat de machine afkoelen voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert of
onderdelen onder de motorkap aanraakt.
4. Plaats een opvangbak onder de aftapplug.
5. Verwijder de aftapplug (Figuur 40).
42