• Controleer of het rempedaal werkt.
• Controleer of de verlichting werkt.
• Zet de motor af en controleer op olielekken,
losse onderdelen en andere waarneembare
defecten.
Indien een van bovengenoemde zaken niet in orde
is, moet u de monteur hiervan op de hoogte stellen
of contact opnemen met de bedrijfsleiding voordat
u die dag met de spuitmachine gaat werken. De
bedrijfsleiding kan u verzoeken dagelijks andere
controles uit te voeren. Vraag daarom wat uw
taken zijn.
Rijden met de spuitmachine
Motor starten
1. Neem plaats op de bestuurderstoel en haal u
voet van het tractiepedaal.
2. Stel de parkeerrem in werking, zet het
tractiepedaal in de neutraalstand en zet het
gaspedaal op Langzaam.
3. Draai de contactschakelaar op
Aan/Voorgloeien.
Opmerking: Een automatische
tijdschakelaar zorgt ervoor dat de motor
6 seconden wordt voorgegloeid.
4. Daarna draait u het sleuteltje op Start.
5. Laat de motor bij het starten langer dan
15 seconden draaien.
6. Laat het sleuteltje los zodra de motor start.
7. Als de motor nogmaals moet worden
voorgegloeid, draait u het sleuteltje eerst op
Uit en vervolgens op Aan/Voorgloeien.
Opmerking: Herhaal indien nodig de
stappen 3 tot 7.
8. Laat de motor stationair of halfgas lopen totdat
deze is opgewarmd.
Rijden
1. Trap het tractiepedaal naar voren om vooruit te
rijden en naar achteren om achteruit te rijden.
Belangrijk: Laat de spuitmachine tot
stilstand komen voordat u schakelt tussen
de vooruit- en de achteruit-stand.
2. Om de machine langzaam te stoppen, moet u
het tractiepedaal laten opkomen.
3. Om snel te remmen, trapt u het rempedaal in.
Opmerking: De lengte van de remweg
kan variëren, afhankelijk van de lading en de
snelheid van de spuitmachine.
Cruise control instellen
Als u de schakelaar indrukt om de cruise
control uit te schakelen en u uw voet
niet op het tractiepedaal heeft, kan de
tractie-eenheid abrupt tot stilstand komen
waardoor u de controle over de machine
verliest. Hierbij kan de bestuurder of een
omstander letsel oplopen.
Houd daarom uw voet op het tractiepedaal
als u de cruise controle met de schakelaar
uitschakelt.
1. Laat machine rijden totdat deze de gewenste
snelheid heeft bereikt; zie Rijden met de
spuitmachine.
2. Druk op de bovenkant van de cruise
control-schakelaar.
Opmerking: Het lampje op de schakelaar
gaat branden.
3. Haal uw voet van het tractiepedaal.
Opmerking: De spuitmachine zal blijven
rijden met de snelheid die u heeft ingesteld.
4. Om de cruise control uit te schakelen, moet
u uw voet op het tractiepedaal zetten en op
de onderkant van de cruise control-schakelaar
drukken of uw voet van het tractiepedaal halen
en het rempedaal intrappen.
Opmerking: Het lampje op de schakelaar
dooft en u kunt het tractiepedaal weer
gebruiken.
Motor afzetten
1. Trap het rempedaal in om de machine te
stoppen.
2. Zet alle bedieningsorganen in de neutraalstand.
3. Stel de parkeerrem in werking.
27