Gebruiksaanwij-
zing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
Veiligheid staat voorop
Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en
–stickers in het hoofdstuk Veilige bediening. Met
behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat
omstanders of uzelf letsel oplopen.
Voordat u de spuitmachine
voor de eerste keer gebruikt
Motoroliepeil controleren
Het carter van de motor is in de fabriek gevuld
met olie. Desondanks dient u het oliepeil te
controleren voordat u de motor voor de eerste
keer start en daarna nog eens.
1. Plaats de machine op een horizontaal
oppervlak.
2. Verwijder de peilstok, die zich onder de
passagiersstoel bevindt, en veeg deze af met
een schone doek (Figuur 16). Steek de peilstok
in de buis. Let erop dat de peilstok er volledig
in schuift. Haal de peilstok eruit en controleer
het oliepeil.
Figuur 16
1. Peilstok
3. Als het oliepeil te laag is, moet u de vuldop
losmaken van het klepdeksel (Figuur 17) en
voldoende olie bijvullen totdat het peil de
VOL-markering op de peilstok bereikt; zie
Motoroliepeil controleren, Onderhoud motor,
blz. 41, voor juiste type olie en viscositeit.
Vul de olie langzaam bij en controleer daarbij
veelvuldig het peil. Niet te vol vullen.
Figuur 17
1. Olievuldop
4. Plaats de vuldop terug.
5. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats.
Bandenspanning controleren
U moet de bandenspanning om de 8 bedrijfsuren
of dagelijks controleren om er zeker van te zijn dat
deze correct is. Breng de banden op een spanning
van 124 kPa (18 psi). Controleer de banden ook
op slijtage of schade.
24