III
70
Terugplaatsen van een stoel
Iedere stoel heeft zijn eigen plaats.
Houd u daaraan.
A C H T E R Z I T P L A A T S E N
Houd de stoel aan de zitvlakzijden
vast in een 45° gekantelde stand
en zorg ervoor dat de voorste stoel-
poten zich bij de voorste veranke-
ringsopeningen bevinden.
Druk de complete stoel naar achte-
ren zodat deze vast komt te zitten in
de verankeringsopeningen.
Let er bij het terugplaatsen van de zitting op dat
de veiligheidsgordels op de juiste plaats komen te zitten.
Zet de rugleuning omhoog door
aan de bediening A te trekken.
Controleer of de stoel goed ver-
grendeld is.
(zie "Autogordels achter")
III
A