Pagina 2
CITROËN prefereert Een samenwerking die staat voor innovatie CITROËN en TOTAL, al 35 jaar partners, ontwikkelen in nauwe samenwerking motoren en smeermiddelen met de meest geavanceerde technieken. Specifieke motorolie De onderzoeksteams van CITROËN en TOTAL werken samen om u de beste technologische combinatie te kunnen bieden op het gebied van motoren en smeermid- delen.
Pagina 3
Bedankt voor uw keuze en gefeliciteerd. Lees dit boekje goed door voordat u gaat rijden. Het bevat alle informatie over het besturen van deze auto en over de uitrusting, evenals belangrijke aanbevelingen. Verder vindt u in dit boekje gebruiksvoorzorgen, informatie over het reguliere onderhoud en tips voor het onderhouden van uw auto, teneinde de veiligheid en betrouwbaarheid van uw nieuwe CITROËN te behouden.
I N H O U D S O P G A V E BEKNOPTE GEBRUIKSAANWIJZING Hoofdstuk I Bestuurdersplaats, overzicht ..........6-7 Multifunctioneel display ............8 Controlelampjes ..............9-10 Signalering ..............11 ➠ 13 Zicht .................. 14-15 Voorstoelen ................16 Verstellen van het stuur ............17 Bediening van de ruiten ............
Pagina 5
I N H O U D S O P G A V E RIJDEN Hoofdstuk II Afstandsbediening ............31-32 Sleutels ................. 33 CODE-kaart ................34 Stuurslot - Contact - Startmotor .......... 35 Starten .................. 36 Multifunctioneel display ............37 Displayweergave ............38 ➠ 41 Multifunctioneel display ..........
Pagina 6
I N H O U D S O P G A V E HET LEVEN AAN BOORD Hoofdstuk III Openen en sluiten ............59 ➠ 61 Ventilatie - Verwarming ............ 62-63 Automatische temperatuurregeling ......64 ➠ 66 Achterzitplaatsen ............67 ➠ 70 Opstelling van de stoelen ..........
Pagina 7
I N H O U D S O P G A V E PRAKTISCHE WENKEN Hoofdstuk V Brandstof ................108 Vervangen van de lampen ........109 ➠ 116 Trekhaak ................114 Allesdragers ................ 115 Antisneeuwscherm ............. 116 Verwisselen van een wiel ......... 117 ➠ 119 Slepen - Takelen ..............
B e s t u u r d e r s p l a a t s , o v e r z i c h t 1 Luchtrooster aan de zijkant 14 • Alarmverlichting 27 Versnellingspook • Centrale bediening van por- tieren en achterklep (auto Bedieningsorganen: 28 Bediening:...
C O N T R O L E L A M P J E S Richtingaanwijzer naar Controlelampje wer- Parkeerlichten links king motor (autodia- Zie “Signalering” gnose) Richtingaanwijzer naar rechts Wanneer dit lampje onderweg knip- Zie “Signalering” pert of oplicht, duidt dat op een sto- ring in het injectie- , ontstekings- of Wanneer alarmverlichting...
Pagina 12
C O N T R O L E L A M P J E S Controlelampje laad- Waarschuwingslampje Waarschuwings- stroom minimumbrandstof- lampje koelvloeistof- voorraad temperatuur Het lampje moet uit zijn wanneer de motor draait. Zodra dit lampje perma- Indien het rode lampje Mocht het permanent branden, nent brandt, terwijl de auto brandt, dient u onmiddel-...
S i g n a l e r i n g Bediening van de verlichting Alle lichten gedoofd Draai ring A van u af. Parkeerlichten Draai ring A van u af. Richtingaanwijzers Automatisch branden van de Dimlichten/grootlicht koplampen Linksaf: druk de hendel naar bene- Overschakelen van den.
Pagina 14
S i g n a l e r i n g Alarmverlichting Wanneer de alarmverlichting aan- staat knipperen gelijktijdig alle rich- tingaanwijzers. Gebruik deze verlichting uitslui- tend indien sprake is van ge- vaar: bij een noodstop of wanneer u stilstaat onder ongebruikelijke omstandigheden.
Pagina 15
S i g n a l e r i n g Uitvoeringen met MISTLICHTEN VOOR EN ACHTER (Ring C) Mistlichten vóór en achter gedoofd Draai ring C van u af. Mistlichten vóór aan Uitvoeringen met MISTACHTERLICHTEN (Ring B) De mistlichten vóór werken in combinatie met de parkeerlichten, de dimlichten of het grootlicht.
Z I C H T Auto voorzien van een regen- LET OP: sensor. Dek de regensensor die zich in het midden van en onder in de Stand 1: De wissnelheid wordt voorruit bevindt, en zichtbaar is automatisch afgestemd op de aan bestuurderszijde, niet af.
Z I C H T Achterruitenwisser Ruitensproeier voor Achterruitverwarming Trek de hendel naar u toe: onder De achterruitverwarming werkt al- Stand 1 - Uit het sproeien wissen de ruitenwis- leen bij draaiende motor. Stand 2 - Intervalwissen. sers een aantal keren. Druk de bedieningstoets in om de Stand 3 - Sproeien van de ach-...
Pagina 19
V E R S T E L L E N V A N H E T S T U U R Ontgrendel het stuur door de cor- responderende hendel van u af te duwen. Verstel het stuur en vergrendel het door de hendel geheel naar u toe te trekken.
B E D I E N I N G V A N R U I T E N Ruitbediening aan bestuurderszijde Stapsgewijze bediening Het kort indrukken van knop A doet de ruit openen of sluiten. Als er nog een keer op de knop wordt gedrukt, stopt de ruit. Als de knop langer wordt ingedrukt, blijft de ruit bewegen totdat de knop wordt losgelaten.
B E D I E N I N G V A N R U I T E N Bediening elektrische ruiten achter De achterportierruiten zijn bedienbaar met zowel de schakelaars op het dashboard als die op de achterportieren zelf. Let op de veiligheid van in uw auto aanwezige kinderen: Met een speciale schakelaar kunt u de bediening van de achterportierruiten uitschakelen.
V E N T I L A T I E – V E R W A R M I N G 1 - Luchtverdeling Luchtstroom van voren. Luchtstroom naar de voeten en de achterzitplaatsen. Luchtstroom naar de voeten, de voorruit en de portierruiten. Ontwasemen - ontdooien Luchtstroom naar de voorruit en de portierruiten.
V E N T I L A T I E - V E R W A R M I N G H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G Airconditioning De airconditioning werkt alleen als de motor draait.
Pagina 24
V E N T I L A T I E - V E R W A R M I N G H A N D B E D I E N D E A I R C O N D I T I O N I N G Voor en correct gebruik van het systeem, geven wij u de volgende adviezen: Gewenste instelling Eerst maximaal...
Pagina 25
A u t o m a t i s c h e K l i m a a t r e g e l i n g Dit systeem regelt automatisch de temperatuur en de uitstroomsnelheid van de aangevoerde lucht in het interieur, afhankelijk van de door u ingestelde temperatuur.
Pagina 26
S N E L H E I D S R E G E L A A R - O N / O F F Deze rijhulpvoorziening stelt u in staat om constant met een door u ingestel- de snelheid te rijden, mits een van de hogere versnellingen is ingeschakeld en u met een minimale snelheid van tussen de 40 en 60 km/h (afhankelijk van het type motor) rijdt.
Pagina 27
S N E L H E I D S R E G E L A A R - O N / O F F De werking van de snelheidsregelaar wordt in de volgende gevallen on- derbroken: - Bij intrappen van het rem- of koppelingspedaal. - Bij het in werking treden van een van de systemen ESP of ASR.
S N E L H E I D S R E G E L A A R ” C R U I S E ” Tijdelijke overschrijding van de ingestelde kruissnelheid De snelheidsregelaar wordt opnieuw ingeschakeld in de volgende gevallen: Tijdens de werking van de snelheidsregelaar kunt u de snelheid verhogen door het gaspedaal in te trappen - Opnieuw inschakelen van ingestelde snelheid:...
Pagina 31
S N E L H E I D S B E G R E N Z E R / “ L I M I T ” Uitschakelen van de snelheidsbegrenzer Druk op de toets 3 op het uiteinde van de bediening A. De aanduiding “OFF”...
S P I E G E L S Elektrisch bediende spiegels Deze auto is voorzien van elek- trisch bediende buitenspiegels. Selecteer met de schakelaar de te verstellen spiegel: - 1 Buitenspiegel bestuurderszijde - 2 Buitenspiegel passagierszijde Met de schakelaar kan de spiegel worden versteld in vier richtingen: rechts, links, opwaarts, neerwaarts.
A f s t a n d s b e d i e n i n g Centrale vergrendeling Met de afstandsbediening kunnen de portieren en de achterklep worden ver- en ontgrendeld. Druk kort op knop A om te vergrendelen of op knop B om te ontgrendelen. Druk nogmaals, indien er niets gebeurt.
Pagina 34
A f s t a n d s b e d i e n i n g Lege batterij afstandsbediening Wanneer de batterij van de afstandsbediening leeg is, verschijnt hierover een melding op het multifunctioneel display en hoort u een geluidssignaal. Vervangen van de batterij van de afstandsbediening Draai het schroefje los en trek de afstandsbediening open.
S l e u t e l s Transpondersleutel Met de sleutel kunt u de centrale vergrendeling van de auto bedienen en de motor starten. Centrale vergrendeling met de sleutel Met de sleutel kunnen vanaf één van de voorportieren alle portieren en de achterklep worden vergrendeld of ontgrendeld.
C O D E - k a a r t Als de auto van eigenaar wisselt, moet de codekaart aan de nieuwe eigenaar worden gegeven. Bewaar dit kaartje zorgvuldig: laat het nooit in de auto liggen. CODE-kaart Advies Bij de auto is een vertrouwelijke kaart geleverd.
S T U U R S L O T - C O N TA C T – S TA R T M O T O R • S : Stuurslot Om de stuurinrichting van het slot te halen, dient u het stuurwiel iets te bewegen terwijl u zonder te forceren de sleutel in het contact omdraait.
Pagina 38
S T A R T E N Alvorens u de motor start dient u zich ervan te vergewissen dat de versnellingshendel in de vrijstand staat (handgeschakelde versnellingsbak) of in de stand P of N (automatische versnellingsbak). BENZINE Starten van de motor - Kom niet aan het gaspedaal.
K i l o m e t e r t e l l e r D i s p l a y w e e r g a v e ZONE 1 ZONE 2 ONDERHOUDSINTERVALINDI- DISPLAYWEERGAVE CATOR EN KILOMETERTELLER N° Wanneer u het contact aanzet, - nummer van de melding.
Pagina 40
D i s p l a y w e e r g a v e * TEKST CORRESPONDERENDE LAMPJE N° INFORMATIE SEQ. ZONE 1 ZONE 2 STOPPEN Waarschuwing oliedruk OLIEDRUK TE LAAG REM- Waarschuwing niveau remvloei- stof VLOEISTOF BIJVULLEN Storing remdrukverdeler LET OP: STORING REMMEN HAND-...
Pagina 41
D i s p l a y w e e r g a v e * TEKST CORRESPONDERENDE LAMPJE N° INFORMATIE SEQ. ZONE 1 ZONE 2 CONTACTSLEUTEL VERWIJDEREN Signalering sleutel in contact (voorportier open) LICHTEN BRANDEN NOG Signalering niet-gedoofde ver- lichting (voorportier open) VERVANG BATTERIJ AFSTANDSBEDIENING...
Pagina 42
D i s p l a y w e e r g a v e TEKST CORRESPONDERENDE LAMPJE N° INFORMATIE SEQ. ZONE 1 ZONE 2 PORTIER LV OPEN Linker voorportier open of niet goed dicht PORTIER RA OPEN Rechter achterportier open of niet goed dicht PORTIER LA OPEN...
Pagina 43
D i s p l a y w e e r g a v e TEKST CORRESPONDERENDE LAMPJE N° INFORMATIE SEQ. ZONE 1 ZONE 2 PASSAGIERS- AIRBAG Airbag passagierszijde uitge- schakeld Storing automatische versnel- STORING AUTOMATISCHE lingsbak VERSNELLINGSBAK Beveiliging automatische ver- AUTOMATISCHE BAK snellingsbak IN STAND P...
Pagina 44
M u l t i f u n c t i o n e e l d i s p l a y Bediening black Koelwatertemperatuurmeter panel. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur Onder normale omstandigheden kan de weergegeven Verlichte functies: koelwatertemperatuur oplopen tot 100°C. - Snelheidsmeter.
Pagina 45
M U L T I F U N C T I O N E E L D I S P L A Y Bij aanzetten van het contact worden op het display de tijd, de datum en de temperatuur weergege- ven.
M U L T I F U N C T I O N E E L D I S P L A Y Met een druk op de toets A krijgt u: 8 - TEMPERATUUREENHEID met een druk op de toets B: instellen van de temperatuureenheid ("°C" of "°F"). Met een druk op de toets A krijgt u: 9 - AFSTAND / SNELHEID met een druk op de toets B: wijziging van de afstandseenheid / snelheid...
B o o r d c o m p u t e r De boordcomputer geeft 6 typen informatie op het display bovenin het instrumentenpaneel. • Actieradius. • Afgelegde afstand. • Gemiddeld brandstofverbruik. • Brandstofverbruik van het moment. • Gemiddelde snelheid. •...
Pagina 48
B o o r d c o m p u t e r Afgelegde afstand Geeft het aantal kilometers aan dat is afgelegd na de laatste nulstelling van de boordcompu- ter. Gemiddeld brandstofverbruik Het gemiddeld verbruik is de verhouding tussen de verbruikte brandstof sinds de laatste nul- stelling van de computer en het aantal afgelegde kilometers sinds de laatste nulstelling van de computer.
Pagina 49
B o o r d c o m p u t e r Waarschuwing snelheidsoverschrijding Bewaking van een gekozen maximumsnelheid (zie "weergave mel- dingen"). Bij overschrijding van de ingestelde snelheid, verschijnt melding "SNELHEIDSWAARSCHUWING INGESTELD ***KM/H" en klinkt er een geluidssignaal. •...
Pagina 50
O n d e r h o u d s i n t e r v a l i n d i c a t o r Deze meter informeert u wanneer de volgende voorgeschreven on- derhoudsbeurt dient plaats te vinden. De informatie wordt bepaald op basis van de volgende twee factoren: het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudsbeurt.
H a n d g e s c h a k e l d e v e r s n e l l i n g s b a k Achteruitrijstand Schakel nooit in de achteruitver- snelling als de auto (nog) niet ge- heel stilstaat.
Pagina 52
A u t o m a t i s c h e v e r s n e l l i n g s b a k Selectiehendel van de automati- sche versnellingsbak - Parkeerstand (Stand P) - Achteruitrijstand (Stand R) - Vrijstand (Stand N) - Bij deze automatische versnel- lingsbak kunt u kiezen uit een van...
A u t o m a t i s c h e v e r s n e l l i n g s b a k Het starten van de motor is alleen mogelijk met de selectiehendel in de stand P of N. Een veiligheidsvoorziening zorgt ervoor dat het starten vanuit een andere stand niet mogelijk is.
Pagina 54
A u t o m a t i s c h e v e r s n e l l i n g s b a k Achteruitrijstand Schakel uitsluitend in deze stand nadat de auto met de voetrem tot stilstand is gebracht. Om schokken te vermijden, is het aan te raden niet te snel gas te geven.
Pagina 55
A u t o m a t i s c h e v e r s n e l l i n g s b a k Werking in de handbediende stand Handmatig schakelen in de vier versnellingen: - zet de selectiehendel in de stand - duw de selectiehendel naar het teken "+"...
Pagina 56
A u t o m a t i s c h e v e r s n e l l i n g s b a k Werking in de automatische Sport-stand Kies de gewenste rijstijlstand: - Normaal, voor gebruikelijke rijomstandigheden; het -controlelampje is uit.
Pagina 57
R e m m e n Handrem Trek de handrem aan wanneer u de auto parkeert. Trek hem extra stevig aan als u de auto op een helling parkeert. Om het aantrekken van de handrem te vergemakkelijken, wordt aanbevolen tegelijkertijd het rempedaal in te trappen. Schakel onder alle omstandigheden als voorzorgsmaatregel de eerste ver- snelling in.
D Y N A M I S C H E S T A B I L I T E I T S C O N T R O L E ( E S P ) Dynamische stabiliteitscontrole (ESP) en tractiecontrole (ASR) Deze systemen dienen als aanvulling op het ABS.
R o e t f i l t e r d i e s e l m o t o r Als aanvulling op de katalysator draagt dit filter actief bij tot een vermindering van de uitstoot van onverbrande, vervui- lende deeltjes.
P a r k e e r h u l p Parkeerhulp Tijdens het achteruitrijden wordt u door middel van een systeem met afstandssensoren in de achterbum- per, door een gemoduleerd geluids- signaal geïnformeerd over de aan- wezigheid van een obstakel in de achter de auto gelegen detectiezo- Bij het schakelen in de achter- uitversnelling wordt u door een...
Pagina 61
O P E N E N S L U I T E N Openen van buitenaf Openen van binnenuit Voor het ontgrendelen steekt u de Trek de hendel naar u toe. Kindersloten sleutel in het slot en draait u hem Het systeem zorgt ervoor dat geen vervolgens om.
Pagina 62
O P E N E N S L U I T E N Vergrendelen / ontgrendelen van het interieur Wanneer alle portieren dicht zijn en u op de toets A drukt, kunt u de au- to centraal vergrendelen of ont- grendelen.
O P E N E N S L U I T E N � � Achterklep Sluiten van de achterklep Noodontgrendeling Om de achterklep te sluiten trekt u Mocht de ontgrendeling van de Openen deze aan de handgrepen in de be- achterklep niet meer werken, dan Druk schakelaar A, die zich tussen kleding aan de binnenzijde naar...
Pagina 64
V E N T I L A T I E - V E R W A R M I N G A I R C O N D I T I O N I N G...
Pagina 65
V E N T I L A T I E - V E R W A R M I N G A I R C O N D I T I O N I N G Luchtinlaat Airconditioning Let erop dat het luchtinlaatrooster onder de voorruit Het gebruik van de airconditioning is in alle seizoenen niet verstopt raakt (dorre bladeren of sneeuw).
Pagina 66
A U T O M A T I S C H E T E M P E R A T U U R R E G E L I N G - Wanneer de auto langere tijd stil heeft gestaan en de temperatuur in het interieur veel kouder (of warmer) is dan wat als comfortabel wordt ervaren, heeft het geen zin de aangegeven temperatuur te wijzigen om snel...
Pagina 67
A U T O M A T I S C H E T E M P E R A T U U R R E G E L I N G 3 - Display 6- Luchtverdeling Druk achtereenvolgens op de toets om de luchtstroom 4 - Airconditioning te richten op: Controlelampje «A/C»...
Pagina 68
A U T O M A T I S C H E T E M P E R A T U U R R E G E L I N G 7- Luchtopbrengst 9- Achterruitverwarming Aanjagersnelheid instellen. Druk op de toets: Met behulp van deze toets schakelt u de achterruit- verwarming en de verwarming van de buitenspiegels in.
Pagina 69
A C H T E R Z I T P L A A T S E N Verschuifbare achterstoelen. Functie tafeltje/armleuning Terugplaatsen van de rugleu- ning Trek aan de bediening A om de Verstellen van de stoelen in rugleuning op het zitgedeelte van Ontgrendel, indien nodig, door aan lengterichting de stoel neer te klappen.
A C H T E R Z I T P L A A T S E N Verstellen van de rugleuning Neerklappen van de rugleuning Naar voren kantelen van de stoelen Zet met de bediening A de rugleu- Trek aan de bediening A om de ning in de gewenste hellingshoek.
Pagina 71
A C H T E R Z I T P L A A T S E N Terugplaatsen van de stoel Verwijderen van de stoel Druk op de rode bediening. Verwijder de hoofdsteun. Kantel de complete zitting 45° naar voren. Druk de complete stoel naar achte- Druk de rugleuning na het neer- ren zodat deze vast komt te zitten in...
Pagina 72
A C H T E R Z I T P L A A T S E N Houd de stoel aan de zitvlakzijden vast in een 45° gekantelde stand en zorg ervoor dat de voorste stoel- poten zich bij de voorste veranke- ringsopeningen bevinden.
O P S T E L L I N G V A N S T O E L E N Teneinde de beschikbare ruimte in de auto flexibeler te kunnen benut- ten, bevinden zich achterin losse, verstelbare zittingen (zie “Achter- bank”).
Pagina 74
O p s t e l l i n g v a n s t o e l e n - De stoelen zijn opklapbaar tegen de rugleuningen van de voorstoelen. - De stoelen zijn verwijderbaar. 2 zitplaatsen Drie stoelen verwijderd. 2 zitplaatsen Drie stoelen opgeklapt tegen de rugleuningen van de voorstoelen.
A U T O G O R D E L S AUTOGORDEL ACHTER De achterzitplaatsen van uw auto zijn voorzien van driepunts rolgordels. Een sticker op de rugleuning van de Middelste zitplaats Pak het afrolbaar gedeelte B van de voorstoel laat u zien hoe u de achter- gordel beet en trek de gordel voor u Omdoen van de gordel gordels dient te gebruiken.
A i r b a g Uitgeschakelde airbag aan pas- sagierszijde Als u een kinderstoeltje met de rug- leuning in de rijrichting op de pas- sagiersstoel voorin plaatst, moet u de airbag voor de passagier uit- schakelen. Dat gaat zo: - Steek bij afgezet contact de con- tactsleutel in de sleutelschake- laar A.
Pagina 77
V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N MOGELIJKHEDEN M.B.T. HET BEVESTIGEN VAN VASTE KINDERZITJES MET DE AUTOGORDEL De volgende tabel geeft aan in hoeverre, conform de richtlijn 2000/3, de afzonderlijke zitplaatsen in uw auto geschikt zijn voor een als universeel gehomologeerd kinderzitje, bestemd voor een of meer gewichtsklassen, dat met een auto- gordel wordt bevestigd.
Pagina 78
V E I L I G V E R V O E R E N V A N K I N D E R E N ISOFIX KINDERZITJES ISOFIX bevestigingspunten en ISOFIX systemen De buitenste zitplaatsen achterin zijn voorzien van ISOFIX bevestigingen in de vorm van twee ogen die op 28 cm van elkaar tussen de rugleuning en de zitting zijn geplaatst.
Pagina 79
B I N N E N V E R L I C H T I N G 2 - Leesspots 1 - Binnenverlichting Bij het bedienen van een van de schakelaars wordt de leesspot Bedien de schakelaar op de pla- aan- of uitgezet.
B I N N E N V E R L I C H T I N G Verlichting kofferruimte Handschoenenkastje Handschoenenkastje met ven- tilatie De kofferbakverlichting gaat aan bij Trek de klep aan de handgreep Het handschoenenkastje is voor- het openen van de achterklep. open.
Pagina 81
C o m f o r t a u t o Sigarenaansteker 12-volts accessoirestekker Druk op de knop en wacht tot de aansteker naar buiten komt. Deze bevindt zich op de linker hoe- denplanksteun Asbak Druk om de asbak te legen tegen het lipje op de asbak en trek de complete asbak naar buiten.
C O M F O R T A U T O Bergvak in de middenconsole Opbergvak in portier Lade onder passagiersstoel voorin Open de klep door deze van voor De portieren zijn voorzien van een naar achter te trekken. flessenhouder en een bekerhou- Openen: oplichten en naar voren trekken.
Pagina 83
C o m f o r t a u t o Lezen van pasjes Zonneklep Handgreep / Ophanghaak, kleerhangerhaak De warmtewerende voorruit bevat Klap de zonneklep neer om te voor- een pasjesvenster boven de bin- komen dat u verblind wordt door nenspiegel.
Pagina 84
C O M F O R T I N H E T I N T E R I E U R Bergvak dashboard Vliegtuigtafeltje Let op: de wielsleutel is bevestigd aan het deksel van het bergvak in de Trek het tafeltje omhoog en klap vloer achter de rechter voorstoel.
H O E D E N P L A N K Verwijderen Terugplaatsen U kunt de hoedenplank aan de achterklep bevestigen door de Maak de koorden los en til dan bei- Schuif de hoedenplank horizontaal koorduiteinden B vast te maken. de zijden op.
Z o n w e r i n g a c h t e r r u i t Rol de zonwering uit door aan de Bevestig de haakjes op de specia- Controleer wanneer u de achter- lip te trekken. le plaatsen op de kap van het der- klep opent of de afgerolde zonwe- de remlicht...
Pagina 87
K O F F E R Sjorogen Bergruimte Modubox Gebruik de vier sjorogen in de In de zijwanden van de koffer be- Maak voor het gebruik van de mo- vloerplaat van de koffer voor het vinden zich twee bergvakken: dubox de riem los en vouw de mo- bevestigen van uw bagage.
R a d i o a a n s l u i t i n g Radioinbouwruimte Montage van de luidsprekers in de voor- en achterportieren Verwijder het opbergvak om de bedrading en de stekkers van de autoradio, de speakers en de antenne te kunnen bereiken. Verwijder het rooster om de aan- sluitingen te kunnen bereiken.
S C H U I F D A K Een antiklemvoorziening stopt het dichtschuiven van het schuifdak bij obstakels; het dak gaat dan automatisch weer open. Na losnemen van de accu of bij een storing dient u de antiklemvoorziening te reïnitialiseren. Doe dit als volgt: zet de schakelaar in de stand «geheel open»...
Pagina 91
O p e n e n v a n m o t o r k a p Motorkap Druk tegen de pal A in het midden Trek voor het ontgrendelen de be- diening onder het dashboard naar onder de rand van de motorkap en u toe.
N i v e a u s Motorolie Remvloeistof Pollenfilter Controleer het motorolie- Het niveau moet zich tus- niveau wanneer de motor maatstreepjes Luchtfilter minstens tien minuten te- MIN. en MAX. op het re- voren is afgezet en de auto op een Volg de instructies in het onder- servoir bevinden.
Pagina 97
N i v e a u s Motorolie Controleer motorolieniveau wanneer de motor minstens tien minuten tevoren is afgezet en de auto op een horizontale onder- grond staat. Trek de oliepeilstok uit de houder. Het niveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN.
Pagina 98
N i v e a u s Bijvullen koelvloeistof Het vloeistofniveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op het expansiereservoir bevinden. Vul de vloeistof bij. Als het koelvloeistofniveau met meer dan 1 liter moet worden bijgevuld, is het raadzaam het cir- cuit te laten nakijken door een CITROËN erkend bedrijf.
Pagina 99
N i v e a u s Remvloeistofreservoir Controleer regelmatig het peil. Het niveau moet zich tussen de maatstreepjes MIN. en MAX. op het reservoir bevinden. Wanneer het controlelampje tijdens het rijden oplicht, stop dan onmid- dellijk en waarschuw het dichtstbij- zijnde CITROËN erkend bedrijf.
B R A N D S T O F S Y S T E E M D I E S E L Op gang brengen van het brandstofcircuit HDi-MOTOR: In geval van brandstofpech: Zet na het tanken de contactsleutel eerst enige ogenblikken in de stand M en start vervolgens de motor. Laat de sleutel los, zodra de motor loopt.
Pagina 101
I N H O U D R E S E R V O I R S 2.0i Inhoud (liter) 1.6i - Motorolie Verversen incl. filter vervangen 4,25 3,85 3,85 - Ruitensproeiervloeistof...
Pagina 103
1 2 - V O L T S A C C U –4 –3 –3 A Plusaansluiting op de auto met accupech (onder de motorkap). B Hulp-accu C Massa-aansluiting op de auto Starten met een hulpaccu Als de accu is ontladen, kan een losse accu of die van een andere auto wor- den gebruikt.
Pagina 104
Z E K E R I N G E N Zekeringkast Onder het dashboard en in het motorcompartiment bevindt zich een zeke- ringkast. Zekeringen onder het dashboard Trek het klepje open om de zekeringen onder het dashboard te kunnen be- reiken.
Pagina 105
Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder het dashboard Nummer Ampère Functie 15 A Diagnosestekker - Permanente plus trekhaak Vrij Vrij 20 A Computer navigatie - Dashboard - Autoradio - Additief diesel - Bedieningen op het stuur 15 A 10 A Diagnosestekker...
Pagina 106
Z E K E R I N G T A B E L Nummer Ampère Functie 30 A Bediening voorportierruiten Vrij 10 A Bedieningen op het stuur - Additief diesel - Airbag - Parkeerhulp 15 A Instrumentenpaneel - Autoradio - Airconditioning - Navigatie 30 A Centrale deurvergrendeling Vrij...
Z E K E R I N G E N � � � � �� �� � � � �� � �� �� �� �� �� Zekeringen onder de motorkap � �� Zekeringkast Wip het deksel los van de zekering- kast (naast de accu) in het motor- compartiment.
Pagina 108
Z E K E R I N G T A B E L Zekeringen onder de motorkap Nummer Sterkte Functie 10 A Achteruitrijlicht - Detectiesonde water in diesel - Koelvloeistof 15 A Brandstofpomp 10 A ABS-computer 10 A Motor (computer) - Computer automatische versnellingsbak 10 A Automaat - Additief diesel 15 A...
Pagina 109
Z E K E R I N G T A B E L Nummer Sterkte Functie 15 A Dimlicht rechts 10 A Grootlicht links 10 A Grootlicht rechts 15 A Claxon 10 A Ruitensproeierpomp voor/achter 30 A Sondes motor, bobines, verstuivers, Elektrokleppen 30 A Luchtpomp 30 A...
B r a n d s t o f Bij auto's met een katalysator mag uitsluitend loodvrije benzine ge- bruikt worden. Door de vernauwde vulopening kan er uitsluitend loodvrije benzine getankt worden. Wanneer bij het vullen van de brandstoftank het tankpistool voor de derde keer afslaat, moet u niet verder tanken, aangezien anders sto- ringen in de werking van uw auto kunnen optreden.
Pagina 111
V E R V A N G E N V A N L A M P E N Dimlichten / Grootlicht Neem de stekker los en verwijder de rubber bescherming. Knijp de klem aan het uiteinde in en maak de klem los. Neem de lamphouder uit.
Pagina 112
V E R V A N G E N V A N L A M P E N Knipperlicht voor Zijknipperlicht Mistlampen Verdraai de lamphouder een kwart- Druk de unit naar voren of naar Wend u tot een CITROËN erkend bedrijf. slag en verwijder deze.
Pagina 113
V E R V A N G E N V A N L A M P E N Binnenverlichting Verlichting kofferruimte Verlichting handschoenenkastje Klik de kap los om de lamp te kun- Klik het kapje los en trek de lamp- Klik de kap los om de lamp te kun- nen bereiken.
Pagina 114
V E R V A N G E N V A N L A M P E N Achterlichtunit Demonteren Aan de buitenzijde: Ga na welke lamp defect is. Verwijder in het zijbergvak de be- - trek de unit naar beneden om de kleding die zich voor de achterlich- bovenste houderveer los te ma- Lampen:...
Pagina 115
V E R V A N G E N V A N L A M P E N 3e Remlicht Kentekenplaat Open de achterklep en demonteer Klik het transparante kapje los. de kunststof bekleding aan de bin- Lamp: W 5 W. nenzijde van de klep.
T r e k h a a k A Afmetingen (in meters): 0,792. Trekhaak Adviezen voor het trekken Laat de montage van een trekhaak over aan een CITROËN erkend bedrijf. van een aanhanger Hij kent het aanhangergewicht van uw auto en beschikt over de noodzakelijke Indien uw auto maximaal beladen is en u instructies met betrekking tot de montage van een dergelijk systeem en met een aanhanger gebruikt, rijd dan niet har-...
A L L E S D R A G E R S Set allesdragers Gebruik uitsluitend door CITROËN geteste en goedgekeurde allesdragers. Ze zijn aangepast aan uw auto waardoor ze veiliger zijn en voorkomen dat het dak van uw auto wordt beschadigd. Adviezen •...
Pagina 119
V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Gereedschap De wielsleutel zit geklemd op het deksel van het opbergvak in de vloer achter de rechter voorstoel. De krik en de slinger bevinden zich in een houder in de reservewieldra- ger onder de kofferruimte.
Pagina 121
V E R W I S S E L E N V A N E E N W I E L Terugplaatsen van het reservewiel in de drager Leg het wiel, nadat u de krik en de slinger in het wiel heeft gelegd, in de wieldrager.
S L E P E N T A K E L E N Slepen over de weg De sleepogen bevinden zich aan de voor- en achterzijde van de auto en zijn afgedekt met een kapje. Zorg ervoor dat de contactsleu- tel in de stand A staat, teneinde de werking van de stuurfunctie te behouden.
Pagina 123
A L G E M E E N 2.0i Type motor 1.6i AUT. Ongeveer Ongeveer Inhoud brandstoftank Benzine loodvrij Voorgeschreven brandstof diesel RON 95 RON 98 Draaicirkel tussen muren (m) Maximumsnelheid (km/h) Gewicht (kg) GVW: Gross Vehicle Weight. Leeggewicht rijklaar 1 268 1 290 1 300 1 290 1 313...
Pagina 124
V E R B R U I K * ( l / 1 0 0 k m ) Deze brandstofverbruikscijfers zijn opgesteld conform de richtlijn 80/1268/CEE. Ze variëren afhankelijk van het rijgedrag, de verkeerssituatie, de weersomstandigheden, de belading van de auto, het onderhoud van de auto en het gebruik van accessoires.
I D E N T I F I C A T I E Typeplaatje Dit bevindt zich onderop de middenstijl, aan de rech- ter zijde van de auto. 1: Nummer Europese typegoedkeuring 2: VIN-nummer 3: Totaal toelaatbaar gewicht 4: Totaal treingewicht 5: Maximumgewicht op de vooras 6: Maximumgewicht op de achteras Kleurcode van de lak...
Pagina 128
T R E F W O O R D E N R E G I S T E R B BAS (Brake Assist System)..55 D Dakdragers ....115-XVIX Basisgegevens ..... 2-6 ➟30 Dashboardkastje ....78 Derde remlicht ...... 113 Batterijen van afstandsbediening Digitaal klokje......
Pagina 129
T R E F W O O R D E N R E G I S T E R K Kinderzitjes ..... 75-76-VIII-IX M Motorkap ......89-XI R Radiateur (niveau) ....96 Kleurcode ......125 Motorolie (inhoud) ....99 Radio ........86 Klokje instellen ......
Pagina 130
T R E F W O O R D E N R E G I S T E R S Spiegels........18 V Voorstoelen ......16-II Starten........36 Voorzorgsmaatregelen .. I ➟XXIII Staren met een hulpaccu ..101 Startmotor.......35 W Wiel verwisselen ..117 ➟119 Stoelopstelling ....
Pagina 131
Dit instructieboekje gaat over zowel de standaard als de extra uitrustingen met de corresponderende oorspronkelijke technische gegevens. Het uitrustingsniveau van uw auto hangt af van de uitvoering, de gekozen extra’s en het verkoopland van uw auto. Bepaalde in dit instructieboekje genoemde uitrustingen kunnen pas in de loop van het jaar beschikbaar zijn.