Inhoudsopgave
Advertenties
S T U U R S L O T - C O N TA C T – S TA R T M O T O R
II
VERWIJDER DE SLEUTEL NOOIT UIT HET CONTACT VOORDAT DE AUTO VOLLEDIG STIL-
STAAT. HET IS NOODZAKELIJK OM, ALS DE AUTO RIJDT, DE MOTOR TE LATEN DRAAIEN
OM DE BEKRACHTIGING VAN HET REMSYSTEEM EN VAN HET STUUR TE BEHOUDEN
(om te voorkomen dat de blokkeerinrichting van het stuur wordt ingeschakeld en de veiligheids-
voorzieningen niet werken).
Beweeg na verwijderen van de sleutel uit het contact het stuurwiel indien nodig iets als u de stuurinrichting
wilt vergrendelen.
• S : Stuurslot
Om de stuurinrichting van het slot te halen, dient u het stuurwiel iets te
bewegen terwijl u zonder te forceren de sleutel in het contact omdraait.
Beweeg na verwijderen van de sleutel uit het contactslot het stuurwiel iets
om de stuurinrichting te vergrendelen. U kunt de sleutel alleen verwijderen
vanuit de stand S.
• A : Accessoires
In deze stand kunt u bepaalde elektrische accessoires gebruiken. Het
acculampje brandt. De stuurinrichting is ontgrendeld (draai hiertoe de
sleutel in de stand A en beweeg, indien nodig, iets het stuurwiel).
• M : Contact
De lampjes laadstroom, handrem, oliedruk en koelvloeistoftemperatuur
moeten gaan branden.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto, moeten de volgende lamp-
jes eveneens oplichten: ABS, ESP , remvloeistofniveau, autodiagnose
motor, voorgloeien (Diesel), airbag, uitschakelen airbag aan passagierszijde.
Als een van deze lampen niet brandt, is er sprake van een defect
• D : Startmotor
Laat de sleutel los, zodra de motor aanslaat. Start nooit als de motor al
draait.
Starten en afzetten van de motor: zie "Starten".
De werking van deze lampjes wordt getest, wanneer de sleutel in de
contactstand staat
II
35
Advertenties
Inhoudsopgave
