I
10
Controlelampje
stroom
Het lampje moet uit zijn
wanneer de motor draait.
Mocht het permanent branden,
raadpleeg
dan
een
erkend bedrijf.
Anti-blokkeersysteem
(ABS)
Het controlelampje van
het ABS brandt zodra u
het contact aanzet. Het dooft na en-
kele seconden.
Indien
het
controlelampje
dooft, dan kan dat duiden op een
mankement in het ABS-systeem.
(Zie "Hoofdstuk" Remmen.
Waarschuwingslampje
motoroliedruk
Als het oplicht tijdens het
rijden, zet dan de motor
af. Controleer het niveau (zie hoofd-
stuk "Niveaus").
Als de lamp blijft branden terwijl het
niveau in orde is, dient u het dichtst-
bijzijnde CITROËN erkend bedrijf
te raadplegen.
C O N T R O L E L A M P J E S
laad-
CITROËN
vlakke ondergrond bevindt, zit er nog
ongeveer acht liter brandstof in de tank
in geval van een benzinemotor , en vijf li-
ter in geval van een dieselmotor .
Controlelampje
gloeien diesel
Zie
hoofdstuk "Rijden - Star-
ten".
niet
Controlelampje ESP
In werking
Als het ESP of de ASR ingrijpt, zal het ESP-controlelampje gaan knipperen.
Bij een storing
Als het ESP-controlelampje tijdens het rijden gaat branden en het bericht
"ESP/ASR BUITEN WERKING" op het display verschijnt, duidt dat op een
storing in het systeem. Raadpleeg dan een CITROËN erkend bedrijf.
Uitschakelen
Als het ESP-controlelampje brandt omdat het systeem is uitgeschakeld, ver-
schijnt ook het bericht "ESP/ASR UITGESCHAKELD" op het display.
Waarschuwingslampje
minimumbrandstof-
voorraad
Zodra dit lampje perma-
nent brandt, terwijl de auto
zich op een horizontale en
voor-
de
instructies
van
Waarschuwings-
lampje
koelvloeistof-
temperatuur
Indien het rode lampje
brandt, dient u onmiddel-
lijk te stoppen en de mo-
tor af te zetten.
Het kan zijn dat de koelventilator
nog een tijdje draait. Laat de motor
afkoelen en neem de voorgeschre-
ven
voorzorgsmaatregelen
hoofdstuk "Niveaus").
Waarschuw een CI TROËN erkend
bedrijf.
(zie