A u t o m a t i s c h e
II
Het starten van de motor is alleen mogelijk met de selectiehendel in
de stand P of N.
Een veiligheidsvoorziening zorgt ervoor dat het starten vanuit een andere
stand niet mogelijk is.
Als u de motor heeft gestart terwijl de selectiehendel in de stand P staat,
moet u het rempedaal intrappen om deze stand te verlaten:
- zet de versnellingspook in de stand D, R of M,
- gebruik D voor het inschakelen van de automatische stand,
- gebruik R voor het schakelen in de achteruitstand,
- gebruik M voor het inschakelen van de handbediende stand.
Het schakelen van D (automatische stand) naar M (handbediende stand) is
op elk gewenst moment mogelijk.
Gebruik van de automatische versnellingsbak
Parkeerstand
Schakel in stand P om te voorkomen dat de stilstaande auto zich kan verplaatsten.
Wacht met het schakelen in deze stand tot de auto stilstaat. In deze stand zijn de aangedreven wielen geblokkeerd.
Zorg dat de selectiehendel in de goede stand staat en trek de handrem aan.
v e r s n e l l i n g s b a k
- Schakel nooit in de stand N wanneer de auto rijdt.
- Schakel nooit in de stand P of R als de auto nog niet stilstaat.
51
II