NL
16.3
Autoclaveren
De rotor en het toebehoren mogen niet worden geautoclaveerd.
16.4
Centrifugeervaten
•
Bij lekkages of na het breken van centrifugebuizen moeten gebroken delen van buizen, glassplinters en
uitgelopen centrifugeerinhouden volledig worden verwijderd.
•
De rubber inzetstukken en de kunststof hulzen van de rotoren moeten na elke glasschade worden vervangen.
Achtergebleven glassplinters veroorzaken opnieuw glasschade!
•
Gaat het om een infectueus materiaal, dan moet onmiddellijk een desinfectie worden uitgevoerd.
17
Storingen
Kan de fout volgens de storingstabel niet worden opgeheven dan moet de klantenservice op de hoogte worden
gesteld.
Vermeld het centrifugetype en het fabrieksnummer. Beide waarden vindt u terug op het typeplaatje van de centrifuge.
Een SPANNINGSRESET uitvoeren:
− De spanningschakelaar uitschakelen (schakelaarstand "0").
− Minstens 10 seconden lang wachten en aansluitend de spanningschakelaar weer inschakelen
(schakelaarstand "Ι").
Storing
Aanduiding
Geen
---
aanduiding
Tacho-fout
- 1 -
Net-Reset
- 2 -
Communicatie
- 4 -
Overbelasting
- 5 -
Toerental te
- 7 -
hoog
Deksel - fout
- d -
14/50
Foutoorzaak
Geen spanning
Ingangszekeringen defect.
Uitval van de toerentalimpulsen tijdens het
programmaverloop.
Stroomonderbreking tijdens de
centrifugecyclus. (De centrifugecyclus
werd niet beëindigd.)
Fout in besturingsdeel of vermogensdeel.
Motor of motoraansturing defect.
Fout in het vermogensgedeelte.
Fout dekselvergrendeling
c.q. dekselsluiting.
Opheffen
Voedingsspanning controleren.
-
Ingangszekeringen controleren, zie
-
hoofdstuk "Ingangszekeringen
vervangen".
Netschakelaar AAN.
-
Het deksel kan vanwege
-
veiligheidsredenen pas na ca. 100
seconden worden geopend.
Na afloop van deze tijd een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
Na stilstand deksel openen en
-
toets
activeren.
START
Indien nodig de centrifugecyclus
-
herhalen.
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.
Na stilstand van de rotor een
-
SPANNINGSRESET uitvoeren.