15
Noodontgrendeling
Bij een stroomuitval kan het deksel niet worden geopend. Er moet een manuele noodontgrendeling worden
uitgevoerd.
Voor de noodontgrendeling de centrifuge loskoppelen van het net.
Het deksel alleen bij stilstand van de rotor openen.
Voor de noodvergrendeling mag alleen de bijgeleverde ontgrendelingsstift van kusntstof worden gebruikt.
1.
De spanningschakelaar uitschakelen (schakelaarstand "0").
2.
Steek de stift horizontaal in het gaatje in het midden van het frontpaneel, zie tekening.
3.
Beweeg de ontgrendelingsstift neer rechts, en daarna omhoog tot 45°. Maak tegelijkertijd met de andere hand
het deksel open, zie tekening.
4.
De ontgrendelingsstift weer uit het boorgat trekken.
2.
16
Verzorging en onderhoud
Voor de reiniging de netstekker uittrekken.
Voordat een andere als de door de fabrikant aanbevolen reinigings- of decontaminatiemethode wordt
toegepast, moet de gebruiker er zich bij de fabrikant van verzekeren, dat de voorziene methode het
apparaat niet beschadigt.
•
Er moeten reinigings- en desinfectiemiddelen worden gebruikt, die in het pH-bereik 5 - 8 liggen. Alkalische
reinigingsmiddelen met een pH-waarde > 8 moeten worden vermeden.
•
Om corrosieverschijnselen door reinigings- of desinfectiemiddelen te vermijden moeten de speciale
toepassingsvoorschriften van de fabrikant van het reinigings- of desinfectiemiddel absoluut in acht worden
genomen.
16.1
Centrifuge
•
De behuizing van de centrifuge en de centrifugeruimte regelmatig reinigen en zo nodig met zeep of een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek reinigen. Dit dient enerzijds voor de hygiëne en het verhindert corrosie
door aanhechtende onzuiverheden.
•
Bij vorming van condenswater de centrifugeruimte drogen door deze uit te vegen met een absorberende doek.
•
Komt er infectueus materiaal in de centrifugeruimte terecht, dan moet deze onmiddellijk worden gedesinfecteerd.
Voor de oppervlakte-desinfectie adviseren wij Bacillol® Plus van de firma Bode Chemie Hamburg of Biocidal
TM
ZF
van de firma WAK-Chemie Medical GmbH Steinbach.
16.2
Rotor en accessoires
•
Om corrosie en materiaalveranderingen te voorkomen moeten de rotor en de accessoiredelen regelmatig met
zeep of een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek worden gereinigd. De reiniging wordt minstens één maal
per week, maar beter nog na ieder gebruik aanbevolen.
•
Zijn de rotor of de accessoiredelen door pathogeen of radioactief materiaal verontreinigd, dan moet een
geschikte reiniging worden uitgevoerd. Voor desinfectie adviseren wij Helipur
Melsungen. Voor het verwijderen van radioactief materiaal adviseren wij decon neutracon
Laboratories Limited.
•
De rotor en de accessoiredelen moeten direct na de reiniging worden gedroogd.
•
De rotor en de accessoiredelen moeten maandelijks op corrosieschade worden gecontroleerd.
De rotor en de accessoires mogen bij tekenen van slijtage of corrosie niet meer worden gebruikt.
•
De rotor wekelijks controleren op vaste zitting.
3.
®
H plus N van de firma B. Braun
®
van de firma Decon
NL
13/50