p
•
Twee externe druksensoren.
Constante regeling van het drukverschil is
mogelijk met twee afzonderlijke druksensoren.
De pomp gebruikt de input van de twee
sensoren en berekent het drukverschil.
De sensoren moeten dezelfde eenheid hebben
en moeten zijn ingesteld als feedbacksensoren.
U kunt de sensoren handmatig instellen, sensor
voor sensor, of via het menu Assist. Zie
paragraaf Geassisteerde pompinstelling.
p
"Constant drukverschil"
Instellingen regelaar
Voor aanbevolen instellingen voor de regelaar, zie
paragraaf "Regelaar" ("Instellingen regelaar").
Gerelateerde informatie
17.17 "Regelaar" ("Instellingen regelaar")
17.46 Ondersteund pomp instellen
52
17.6.7 "Constant temperatuurverschil"
Pompuitvoering
p
TPE3, TPE3 D
TPE2, TPE2 D
De pomp handhaaft een constant temperatuurverschil
in het systeem en de pompcapaciteit wordt hierop
afgestemd.
H
p
p
p
"Constant temperatuurverschil"
Deze regelmodus vereist twee externe
temperatuursensoren of één externe
temperatuurverschilsensor. Zie de onderstaande
voorbeelden.
De temperatuursensoren kunnen analoge sensoren
zijn die zijn verbonden met twee van de analoge
ingangen of twee Pt100/Pt1000 sensoren die zijn
verbonden met de Pt100/1000 ingangen, als deze
beschikbaar zijn op de specifieke pomp.
Set the sensor in the Assist menu under
Ondersteund pomp instellen. See section Assisted
pump setup.
Voorbeelden
•
In de fabriek aangebrachte temperatuursensor
en een externe temperatuursensor. Alleen TPE3,
TPE3 D.
t
"Constant
temperatuurverschil"
●
●
△t
Δt
t
Q