e
Houd de draad met beide handen vast en leid deze van
rechts onder de geleiderplaat door.
1 Bovendraadgeleiderplaat
Wikkel de draad met de klok mee eenmaal rond
f
draadspanningsschijf 1.
1 Draadspanningsschijf
2 Leid de draad met de klok mee op deze plek op de
spanningsschijven.
• Controleer of de draad stevig in de
draadspanningsschijven zit.
Opmerking
• De draad loopt door alle draadspanningsschijven
met de klok mee.
g
Leid de draad langs het draadpad en rond de juiste
draadgeleiderpennen zoals aangegeven op de machine.
Leid de draad vervolgens vanaf rechts onder de
middelste draadgeleiderplaat 1.
1 Draadgeleiderpen
2 Middelste draadgeleider
• Het pad van de bovendraadgeleider rond de
draadspanningsschijf naar de middelste draadgeleider
84
f
g
(stap
t/m
) kan afwijken afhankelijk van het
klosnummer. Door de draad door de
draadgeleiderpennen te halen voorkomt u dat de
draad verward raakt. Volg het pad dat is aangegeven
op de machine.
Leid de draad langs opening 1 om deze van rechts naar
h
links door het gat in ophaalhendel 1 te halen.
1 Draadophaalhendel
i
Leid de draad door de opening in de draadgeleider en
vervolgens door het gat in de onderste draadgeleider 1.
1 Gat in lage draadgeleider
a